woensdag 27 augustus 2008

't GP - vervolgverhaal vanaf 16 juni 2006








We hebben het steeds over het geluk van de duitsers, maar die dwingen het af door pas te stoppen als de scheids voor de laatste keer heeft gefloten. Voor mijn gevoel was Ivoorkust dichter bij een 3-2 overwinning dan ons lief is/was.
Noch SMO, noch Ivoorkust waren grote teams. Woensdag (?) is het een vriendschappelijke wedstrijd tegen Argentië. Die jongens kunnen voetballen. Maar we zullen zien,ik hoop dat we in de finale staan. OK, ze...Geplaatst door: JP | 16 juni 2006 om 21:53
JP, aardige suggestie... om een draad er in te houden. Iemand schrijft iets met een open einde. Een ander borduurt daar op door. Krijgen je mooie verhalen van (mits er voldoende medeschrijvers zijn) om verder te gaan waar jij eindigde...

OK, ze hebben dan wel geen wereldeftal maar ze weten wel dat ze kans hebben op boerenkool met appelmoes. De kok van Oranje maakt het graag voor ze klaar. Het is een speciaal gerecht. Ooit eens gevonden in de stadsarchieven van Buren. (Ook wel oranjestad genoemd) Deze stadsarchieven gaven nog meer geheimen prijs.....Geplaatst door: John | 16 juni 2006 om 22:24
Zo werd beschreven, in een document van een voorspeller, (dat qua papier, lettertype én datering geschreven leek te zijn in de twaalfde eeuw), dat er een tijd zou komen dat de oranje oogappelen van de zouden deelnemen aan een tournooi in de berenstad.
Toen er na 40 jaar nog niets van dat alles was voorgevallen heeft men het document verzegeld en in de stadsarchieven van Noviomagnum bewaard. Het document waarin dit staat geschreven is later terecht gekomen in de stadsarchieven van Buren.
Het Burensch document gaf niet aan wat er nog meer in die voorspelling stond, en dat zinde Albertinus Heronymus Quast van Amerongen tot Buren in het geheel niet.
Atypisch voor een documenterend ambtenaar zocht hij de info over de stadsarchieven van Nijmegen op en ontdekte tot zijn onbeschrijflijke vreugde dat de vrouw van zijn dromen daar werkzaam als curatrix van vroeg middeleeuwse manuscripten. Jezebel du Court des Putes,zoals zij werd genoemd, een abberatie op haar echte naam, Annabel van het Hoff tot Putten , die Appie (of AH) tot stille woesternij kon drijven.
Maar ja, Annabel droeg wel zeer zinnenprikkelende kledij, die voor een hoofsche school eigenlijk net gepast was. Maar tief, wat was zij mooi.

Met kloppend hard draaide hij haar doorkiesnummer; toen hij haar stem hoorde kwamen vele eenzame uren op de internaats slaapzaal versterkt tot leven.....Geplaatst door: JP | 17 juni 2006 om 0:05
....waarom heb ik mij laten opsluiten in een internaat dacht hij. Er was zoveel van het leven te maken. Nu zit ik tussen de stoffige documenten. Maar goed misschien heeft de tijd nog wat in petto. Wie is daar? vroeg de vrouwenstem ongeduldig. Albert kwam weer bij zinnen. Ik ben op zoek naar Mevrouw in de Put, zij zou mij verder kunnen helpen met het vinden van een belangrijk document uit de Middeleeuwen.
Wie bent u? vroeg de vrouwenstem.

Albert van de Linge ; (om niet direkt te laten weten wie hij in werkelijkheid was)
Ik heb bijzondere belangstelling voor oude spelen. Het schijnt dat er in Nijmegen een speciaal archief voor is aangelegd. Kan ik langskomen? vroeg Albert.

Maar dat is ook toevallig, zei de vrouwenstem. Een maand geleden kreeg ik hetzelfde verzoek. Heb toen alle documenten meegegeven aan iemand die een lezing zou geven over "brood en spelen". Wilt u zijn adres? Misschien kan hij u verder helpen.

Nou nee dat is niet nodig zij Albert, hoorbaar teleurgesteld....Geplaatst door: john | 17 juni 2006 om 10:47
Voor ze kon ophangen vroeg hij echter of hij, als archivaris van Buren, eens met haar een afspraak mocht maken; wellicht hadden beide collecties een aantal interessante aanvullingen?
Annabel reageerde geinteresseerd; zij was bezig de documenten die gewag maakten van andere nederzettingen en dorpen te rubriceren; en ja, Buren is eerder aan de beurt dan Zoelmond.

Albertinus vertelde haar dat hij de volgende dag naar Nijmegen moest, en of het haar zo rond 10 uur zou passen. Dat paste, en beiden spraken de wens uit dat het een aangename ontmoeting mocht worden. Al met al zag hij de dag heel anders worden dan hij 's-morgens gedacht had. Of zelfs maar had durven dromen?

Zou zij getrouwd zijn, kinderen hebben of zou ze net als hij stoffig en ongetrouwd zijn gebleven, in het verleden spittend om noch het heden, noch de toekomst te hoeven zijn? Zou ze een biblio-muisgrijze vrouw geworden zijn of wellicht een femme fatale,of, en nu groeide zijn fantasie naar het gebied der wilde dromen......Geplaatst door: JP | 17 juni 2006 om 12:26
De telefoon zorgde ervoor dat hij ontwaakte uit zijn dagdroom.

Nog even met Annabel, zei de vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. Helaas moet ik de afspraak voor morgen verzetten, ik was vergeten dat de burgemeester langs zou komen.

Past het volgende week? vroeg ze

Albertinus kon met moeite iets uitbrengen. Volgende week zou hij op vakantie, drie weken naar Rome. Daar lag z'n passie. Op zoek naar historische schatten. Dat moest doorgaan.

Sorry Annabel komende 4 weken kan ik niet. Ik bel wel wanneer ik terug ben.

OK zei Annabel. spreken we zo af. Buren kan wel even wachten.

Welkom terug op aarde Albert dacht hij bij zichzelf nadat hij de hoorn op de haak had gelegd. Nu maar eerst......Geplaatst door: John | 18 juni 2006 om 14:03
Nu maar eerst koffie en een kopstoot om zijn gedachten weer een beetje op orde te krijgen. Hij liep min of meer in trance naar de het Golden Peerd van Buren, een kroeg waarvan al melding gemaakt werd in zestiende eeuw alhoewel de Latte gemaakt werd in een masjien uit 2005.
Langzaam kwam hij weer terug in zijn eigen wereld; omdat hij verdronk in haar stemen zijn eigen gedachten had hij weinig acht geslagen op wat ze zei over iemand anders die de documenten had opgehaald. "Brood en spelen" Of iets in die richting. Maar wie was daar nu mee bezig? Een student of wellicht een meer sinister iemand.. Zouden de nabestaanden van de Hunnen het document willen vernietigen om zodoende hun eigen verlies te voorkomen? Zouden andere partijen belangen hebben???

Hij besloot resoluut iets te gaan doen. Hij belde Annabel en vroeg haar of ze eind van de middag een half uurtje had; hij moest en zou achterhalen wat er in het document stond. Hij belde 118 met zijn GSM en binnen enkele minuten hoorde wederom hij de mysterieuze stem van Annabel. Eind van de middag was mogelijk, ze had toegang tot de biblioteek, ook dat gedeelte waar de manuscripten veilig liggen opgeborgen.

Albertinus gaf zijn afspraak door aan het secretariaat, fietste snel naar huis, friste zich op, trok wat moderner kleding aan en stapte in zijn oogappel, een middernachtsblauwe Jaguar XK 140, met een smalle, gouden bies op de flanken. Noviomagnum, here I come!Geplaatst door: JP | 18 juni 2006 om 14:28
Waar hij echter geen rekening mee had gehouden was dat de politie toevallig een verkeerscontrole hield op de A-15.

Net voorbij Tiel zag hij dat het mis was. Een motormuis gewapend met lasergun stond hem op te wachten. Hij wist dat hij fout zat. De XK 140 wil altijd sneller en omdat hij er met z'n hoofd niet helemaal bij was had hij geen rekening gehouden met z'n snelheid.

hij zette z'n Jag net achter de politiemotor.

Vanwaar die haast? vroeg de politieman. U weet dat u uw rijbewijs voor een tijdje kwijt bent. 180 km/uur is echt onverantwoord!

Moet u weten zij Albertinus.....Geplaatst door: John | 18 juni 2006 om 20:24
Moet u weten zei Albertinus....Geplaatst door: John | 18 juni 2006 om 20:24
Moet u weten zei Albertinus, deze auto is gemaakt om 140 mijl per uur te rijden; ik was zo bezig met het genieten van de 6-cylinder lijn motor, het geluid en de rechte, droge, goed overzichtelijke weg dat ik me even waande in de jaren 70, toen er geen maximale snelheid was. U zult dat toch ook wel eens hebben op de motor?
Albertinus stapte uit, drukte de sleutelsin de handen van de koddebeier en zei: probeert u maar 120 te rijden onder deze omstandigheden, met deze classic, die overigens met upgraded, 4 caliper 14" brakes is uitgerust.

De motormuis keek Albertinus aan, grijnsde, melde bij de meldkamer dat hij even een auto technisch ging inspecteren. Een klein half uurtje later was hij terug, gaf de sleutels aan Albertinus en zei dat hij vergeten was met hoeveel kilometer de snelheid was overtreden. Laten wij elkander niet weer treffen, waren zijn afscheidswoorden.
Met een lullige 120 en 90 kilometer gleed de betuwelijn aan de gratie van het koetswerk voorbij; niet veel later kon Albertinus de auto in de parkeergarage van de gemeentearchieven parkeren. 16:16 zag hij op het kaartje staan, dus mooi op tijd.

Met kloppend hart meldde hij zich aan de receptie...Geplaatst door: JP | 18 juni 2006 om 23:43
Met kloppend hart meldde hij zich aan de receptie.

Wat kan ik voor u doen? vroeg een mooie rooie. Het hart van Albertinus begon nog sneller te kloppen. Ben ik wel op het juiste adres vroeg hij zich af. Op z'n werk had hij saaie vrouwelijke collega's. Hier straalde levenslust naar buiten.

Ik heb een afspraak met Mevrouw in de Put zei hij. Ik zou haar graag uit de put willen helpen.

Aha, dan bent u Meneer van de Linge zei de receptioniste. U werd al verwacht. Ik zal even melden dat u er bent, moment graag.

De receptioniste liep weg.

Albertinus begon weer te dromen. Wie zal ik zometeen aantreffen?

Goedemiddag Albert zei een bekende stem. (Het was de stem van Annabel) Hij kwam weer bij zinnen. Een vrouw van middelbare leeftijd met diepe rimpels in haar gezicht kwam naar hem toe en schudde hem de hand. Een goede reis gehad? vroeg ze belangstellend.

Nou ja, het liep goed af zei Albertinus. Het had ook anders kunnen lopen. En hij vertelde wat hij op z'n reis meegemaakt had.

Maar.. zo besloot hij, ik kwam om.....Geplaatst door: John | 20 juni 2006 om 20:43
Maar.. zo besloot hij, ik kwam om te achterhalen wie er belang heeft bij het document uit Buren, en ik wilde graag kijken of we wat meer zouden kunnen samenwerken. Onze archieven gaan terug tot de 12e eeuw en Nijmegen is natuurlijk van belang geweest voor de handel langs en door Buren. Buren is natuurlijk historisch van belang vanwege de handel, maar ook de nauwe banden met het huis van Oranje verbinden ons beider steden.
Annabel, of althans de vrouw die hij aanzag voor Annabel, knikte en zei dat ze zeer geinteresseerd was in samenwerking. Ze was bezig een tentoonstelling van manuscripten voor te bereiden in het kader van een congres over laat karolingische handschriften. Ze vertelde dat het document waar Albertinus over sprak bijzonder interessant was en dat zij uitermate ontstemd was over het feit dat het was uitgeleend zonder haar medeweten. Een van haar assistenten had een aantal documenten meegegeven aan een prof uit Kampen.

Annabel liet Albertinus een deel van de manuscripten zien. Toen zei ze, met een glimlach die de bloeddruk van Albertinus omhoogjoeg: maar ik heb wel een beetje goed nieuws voor je, maar,op een voorwaarde!

Welke voorwaarde, sprak Albertinus, verschrikt terugvallend uit de zevende hemel?

Ik wil dat je me nooit meer Jezebel du Court des Putes noemt én dat je me vanavond begeleid. Als je je vanavond en vannacht netjes gedraagt, stout Quastje, heb ik een verassing voor je! En geen smoesjes, ik weet dat je nooit getrouwd bent en geen relatie hebt met een ander....

Albertinus viel de bek open, en hij kon niet anders dan stamelen......Geplaatst door: JP | 21 juni 2006 om 0:29
Albertinus viel de bek open, en hij kon niet anders dan stamelen......
Sorry Annabel ik kan niet aan deze voorwaarde voldoen.

Je weet toch niet alles van mij. Ik heb namelijk een vriend in Rome, een geestelijk leider. De kerk mag het niet weten omdat hij anders uit de kerk wordt gezet. Hij heet Claudius en heeft al veel voor mij betekend. Na eerst een zakelijke band met hem te hebben opgebouwd werd de vriendschappelijke band steeds sterker.
Ik heb hem trouw beloofd. Ik weet dat mijn vlees zwak is maar ik moet volhouden. Volgende week ga ik weer naar hem toe.

Ik hoop nu niet Annabel dat je me niet verder wil helpen. Wanneer ik je op een andere manier kan helpen, laat het me weten.

Ik beloof je dat ik je geen Jezebel du Court des Putes meer zal noemen.
Annabel keek Albertinus doordringend aan en dacht.....Geplaatst door: John | 21 juni 2006 om 21:10
ze dacht! oooo mannetje, wat heb ik je te pakken! Maar je hebt nog een beste hoop in te halen! Wee hij die een vrouw vertoornt!

Albertinus! Wat denk je wel van mij! We gaan eerst naar mijn appartement toe, ik wil iets "comfortabels" aan trekken! Ik deurf de confrontatie met jouw vriend wel aan. Vanavond en vannacht ben jij de klos. Míjn klos!

En zonder hem de kans te geven iets te zeggen trok ze hem met zich mee, naar een nieuwe mini one, pliepte de deur open en duwde hem in de stoel,liep om en stapte achter het stuur. Ondanks haar leeftijd reed ze als een jonge meid, snel,onvoorzichtig. Of was ze wellicht opgewonden?
Bij het appartement aangekomen beval ze Albertinus haar een whisky in te schenken; desnoods mocht hij zelf wel een glaasje melk nemen..
Ze ging naar haar slaapkamer en kwam tien minuten later weer naar buiten..

"Albertinus verslikte zich toen hij haar zag. Dit leek me wel een passende outfit voor vanavond" zei ze. Albertinus verbleekte, en werd een beetje misselijk. Het zweet brak hem aan alle kanten uit, zag vlekken voor zijn ogen, en was even bang dat hij tegen de vlakte zou gaan.

Een tuinbroek, T-shirt zonder mouwen, ongeschoren oksels, roze kaplaarzen en een grote, roze driehoek op haar linker revers.

Vanavond is er de Nacht van de Pottenpoezie in Nijmegen, en jij gaat met mij mee.
Plotseling schoot hem een liedje door de kop....Geplaatst door: JP | 21 juni 2006 om 22:10
Als hier een pot met bonen staat
En daar een pot met brie
Dan laat ik brie en bonen staan
En dans met mijn Marie
Marie, mara, maroeskaka
Marie, marie, mara.
Marie, mara, maroeskaka
Marie, marie, mara.

Hoe kom ik hier weg dacht Albertinus. Straks word ik nog vastgebonden. En wat nog erger is, mijn 140 XK staat onbeheerd in de parkeergarage.
Dit was toch niet wat ik van mijn afspraak had verwacht. Ik moet een list verzinnen.
Zeg Annabel, ik wil je een voorstel doen....Geplaatst door: John | 22 juni 2006 om 12:56
wat voor voorstel, vroeg Anna..BWEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEHHHHHHHHHH

Albertinus keek om zich heen en ontdekte dat hij met zijn hoofd op het bureau lag; naast hem krijste de intercom. Suf en geschrokken beantwoorde hij de portier; de goede man wilde afsluiten en had de fiets van Albertinus nog zien staan.

Snel pakte Albertinus zijn tas en zijn jas en liep snel naar de uitgang, zich verbazend over zijn vreemde droom. Maar waar was de realiteit opgehouden en enge droom begonnen?

Tijd om daar morgenochtend achteraan te gaan...Geplaatst door: JP | 22 juni 2006 om 14:03
Tijd om daar morgenochtend achteraan te gaan...

Thuisgekomen pakte hij de krant. Het eerste wat hem opviel was een spetterende krantenkop:
"Nijmegen in de ban van Potten Poezie"
Diverse schrijfsters zouden voorlezen uit eigen werk. De organisatie verwacht dat er veel publiek op af zal komen.
Hmmm dacht Albertinus, wat is er toch gebeurd. Waarom ben ik een deel van de dag kwijt. Zou ik teveel whiskey bij Annabel hebben gedronken. Ik zal haar direkt eens bellen, morgen is ze de hele dag onbereikbaar.
Hij pakte de telefoon en toetste haar nummer in. Na 5 keer overgaan kreeg hij haar voice-mail ervoor. Spreek na de piep uw boodschap in, ik zal u zo snel mogelijk terugbellen.

Pieeep.... Annabel met Albertinus, sprak hij in, heb jij......Geplaatst door: John | 22 juni 2006 om 15:00
Pieeep.... Annabel met Albertinus, sprak hij in, heb jij.... toen opeens de hoorn werd opgenomen en het antwoordapparaat werd uitgezet. "Met wie?"

Even wilde Albertinus de hoorn er op kwakken, maar ja, nummerherkenning en zijn naam genoemd, dus stamelde hij: "Met Quast van Amerongen tot Buren", goedenavond. Ik zoek Jonkvrouwe van het Hoff tot Putten".

De sonore mannestem bromde iets van "verkeerd gebonden" en hing zonder verder boe of bah op. Albertinus begreep er geen kier meer van en liep naar zijn PC om nummer en adres te controleren. Het nummer dat hij gedraaid had klopte, maar die stem, dat beetje duitse accent, het kwam hem allemaal vreemd voor. Even dacht hij er over om in de auto te stoppen, maar het beeld van twee oksels met afrokapsel brachten hem tot bedaren. Althans, tot het moment waarop de telefoon schril begon te kraaien. Albertinus schrok zich een hoedje van deze stommer ringtone, maar ja, veranderen, hoe doe je dat?!

mmmmet Quast van Amerongen tot Bbburen stotterde hij.
"Leuster Kwast", sprak de man met de zware stem, "ik heb kein Lust an gezaik. Ik wil dat jij onmiddelijk jouw onderzoekingen naar het dokoement staakt en mij alle verslagen en aantekeningen toeschickt. Zo nicht, dan gaat eerst dieses Luder er aan (als wij tenminste klaar met heur sind) en dan zoeken wij jou op, en krijgst du auch cement schoehe. Verstehen wij elkaar, boekenwurmpje?"

Het duizelde Albertinus; hij hoorde kerkklokken bij heldere hemel en zag de donder uit de telefoon kruipen.

"Morgen roep ik om drei uhr an, dan zal ik je vertellen wat je moet doen. En je bent gewaarschuwd, als je de politie, Aaa ie vau dé of Ka eN vAu bé aanbelt gaan jullie ook enkele reise bodem".
En met een venijnige tik werd de verbinding verbroken.

Volledig upg liep Albertinus naar de koelkast. Van woede, en schrik, dronk hij TWÉÉ glazen karnemelk achter elkaar leeg.
Aan de binnenkant van zijn slapen brandden heldere vuren, de vlammen flitsten voor zijn ogen. Wat nu? Hoe zag Annabel er nu werkelijk uit? Wat was er toch met dat document en die duitsers????Geplaatst door: JP | 22 juni 2006 om 15:45
Eigenlijk is ook maar 1 ding belangrijk: Wat staat er in het document uit de stadsarchieven van Nijmegen. Wie heeft die documenten mee gekregen. Iemand die een lezing zou gaan houden over Brood en Spelen.

Annabel is maar een tussenpersoon en schijnbaar doelwit van een een of andere criminele organisatie. Wie zou nog meer belang kunnen hebben bij dat document?

Zijn hoofdpijn werd er niet minder op.

Misschien weet Claudius raad immers hij is deskundige op het gebied van brood en spelen. Vroeger had iedere grote plaats in het Romeinse rijk een amfitheater waar de bevolking werd getracteerd op de strijd tussen mens en dier. (Gevolg hiervan is dat de leeuw in IRAK is uitgestorven)

Hij pakte de telefoon en belde Claudius.

Si, met Claudius antwoordde een bekende stem. Wat kan ik voor u doen? Na eerst uitbundig over koetjes en kalfjes te hebben gesproken vertelde Albertinus z'n bizarre ervaring van de afgelopen dag.

Hij besloot met de vraag: Weet jij of er in Nederland een lezing is gehouden of wordt gehouden over "brood en spelen". Misschien kon Claudius in Rome een aantal instanties natrekken die informatie hadden verstrekt aan een Nederlander.

Claudius beloofde dat hij het een en ander zou checken. Natuurlijk wel met de benodigde voorzichtigheid. Hij sloot af met Ciao Albertinus, mio fare migliore

Albertinus hoopte dat Claudius snel zou terugbellen. Immers die "Duitser" wist ook van het document. Snelheid was nu wel geboden.

Ineens schoot hem die mooie rooie door het hoofd, die werkzaam was bij het stadsarchief van Nijmegen. Misschien wist zij iets over de uitgeleende documenten. Hij besloot om weer terug naar Nijmegen te gaan. Hier in Buren was hij ook niet veilig.

Tijdens z'n ritje ging de telefoon. Met Albert, zei hij........Geplaatst door: John | 23 juni 2006 om 15:43
Mio caro, sprak Claudius. "Waar ben je nu?" vroeg Claudius gehaast? Onderweg naar Nijmegen, naar die rode schoonheid van het archief! "Dat was een droom Albert" sprak Claudius enigzins vertederd, maar ook verontrust. Zijn vriend leek fictie en realiteit door elkaar te halen, en dat paste in het geheel niet bij de wat ingdroogde, stijve Albertinus. Claudius bemerkte de onzekerheid, de angst en hij wist dat zijn boodschap die angst veel sterker zou maken.

Moest hij Albertinus gaan vertellen van de geheimzinnige "Kaiser Franzl"; van de tempels die her en der aangepast of vernieuwd waren? Of over de massale trektochten van goed gelovigen die zich schaarden achter hun land om een soort kruistocht te voeren, soms dichtbij, doch soms heel ver hiervandaan? Meestal mannen, gekleed in oorlogsdracht, met de meest vreemde kleuren, gezichten voorzien van een soort tribale tekens en met veel passie gezongen oorlogsliederen.

"Ik kom vandaag naar nederland" sprak Claudius, "dan gaan we samen op zoek naar je document, het geheim en uiteraard Jezebel! Ga maar naar mijn huis, ik zal de butler informeren dat je er aan komt. En vertel dit verder aan niemand. Zet je GSM uit, haal de batterij er maar uit, en stap in Tiel op de trein naar Utrecht. Vandaar ga je naar mijn huis in Maastricht"

"Maar waarom niet met de auto?" vroeg Albertinus, terwijl hij een stalen band om zijn hart voelde opkomen? "Ze kennen de auto, dan wordt het moeilijker voor ze om je te bereiken, en zullen ze Annabel verder niets aandoen" zei Claudius, met een stem die niet in de minste wijze aangaf dat er iets heel erg fout was.

"Zie je morgenochtend, moet nu weer terug in de vergadering!" riep Claudius en hing op, zodat Albertinus geen kans had om nog iets terug te zetten.

Albertinus keerde terug en ging naar zijn garage in Tiel; vroeg de garagehouder op de XK te passen, een beurt te geven en ook even te kijken naar het differentieel op de achteras, dat af en een nare fluittoon liet horen. "Auto is volgende week klaar meneer van Buren" sprak de garagist. Wilt een leenauto?

Albertinus zei dat hij zou worden afgehaald op het kerkplein, dat op 3 minuten lopen ligt van de garage. Het station was iets verder lopen, maar Albertinus had wel even behoefte aan wat rust en beweging. Tijdens het lopen begonnen zijn gedachten te malen.....Geplaatst door: JP | 23 juni 2006 om 16:24
Terwijl het heimelijke ontvangstcomité de Meestreechter Staor al had gevraagd ons tweetal feeftelijk welkom te heten stapte Albertinus op het juiste perron in de verkeerde trein en kwam twee uur later uit in Groningen.
Om toch zo snel mogelijk in het diepe Zuiden belanden besloot hij via Duitsland te rijden en nam de trein naar Leer.
Zoals onze lezertjes zullen begreipen zou deze trein niet verder kome dan Zuidbroek omdat juist die dag...Geplaatst door: SiKo | 24 juni 2006 om 0:14
omdat juist die dag, of eigenlijk zoals elke dag, de brugwachter de brug omhoog had gedaan, maar, anders dan anders, een containerschip raakte van koers en ramde een van de pijlers, waardoor de spoorrails niet meer bij elkaar konden komen en dus de trein terugsukkelde naar Zuidbroek.
Een niet aanwezige stationschef gaf per telefoon door dat er geen kans meer was om in Maastricht te geraken, en ried hem aan te overnachten in de buurt. Albertinus zag een HCR tegenover het spoor, en hoopte op een plaatsje voor de nacht. Hij had mazzel, er was een kamer vrij, met TV en douche/wc. De uitbater bood hem een tandenborstel en wat toiletartikelen aan; Albertinus was verbaasd over de zuidbroekster vriendelijkheid en besloot zich aan de bar te zetten, alwaar hij genoot van een goed glas bier.
Een kwartier later, hij had een overheerlijke bal met uien en mosterd genoten, kwamen een 15 tal lieden uit de kelder gelopen. Ze zagen er bezorgd uit, en, enigzins los door drank en drukte, Albertinus probeerde met hen in gesprek te raken. Tot zijn verbijstering hoorde hij twee mannen tegen elkaar fluisteren; hij kon flarden opvangen van hun gesprek.....Geplaatst door: JP | 24 juni 2006 om 1:02
.... en die flarden van het gesprek, brachten Albertinus geheel van zijn stuk. Dat kon toch niet waar zijn! De polder onder water gelopen, het spoor naar zijn malle moer, het taxibedrijf failliet. Een en al rampspoed in de plaats waarvan hij alleen maar het bestaan wist, van het bekende rijtje, dat hij vroeger op school met de klas hardop moest opdreunen. Groningen, Hoogezand, Sappemeer, Zuidbroek, Scheemda, Winschoten, Nieuweschans. Hoe kwam hij hier vandaan? De vrouw van de hoteleigenaar, keek hem voortdurend vorsend aan, bang werd hij er van. Moeilijk waren ze te volgen de mensen aan de stamtafel. Het leek wel of ze een soort van Duits spraken. Vele namen passeerden de revue. Appie, Siene, Markus, Danie, Alie, John Peter, SiKo, Ko en nog veel meer. Maar wie, wie was, Albertinus kon er geen chocola van maken. Nee, echt lekker zat hij niet in zijn vel in dit etablissement waar hij door een noodlot terecht was gekomen, de uitbater wel, of beter gezegd, die zat meer strak in zijn vel. Waarschijnlijk van de overheerlijke koude gehaktballen die ver in de regio furore maakten, zo hij begreep nadat de kastelein voor de derde keer een bal naar binnen werkte. Blijkbaar waren ze toch niet zo lekker dan de man beweerde, anders waren er niet zo veel overgebleven dacht Albertinus, hoewel hij ook geen klachten had over de bal. Maar smaken verschillen immers. Ook spraken ze over de politiek, het was Wetholler voor en Wetholler na, en dat zal wel wethouder betekenen. Aan de gezichten te zien was de man niet populair in het dorp dat men zelf Zuudbrouk noemde. Plots zei de vrouw van de eigenaar terwijl ze Albertinus aan keek: kom wij gaan op bed. Dat was schrikken voor Albertinus, dit was de tweede keer binnen een paar dagen dat hij tot iets werd aangezet wat hij beslist niet wilde. Maar als een gedisciplineerd peloton, stond iedereen op en betaalde de rekening en ging huiswaarts. Het was dus niet alleen aan Albertinus gericht, maar aan alle gasten. Een Groninger manier van welterusten te zeggen blijkbaar en de drinkebroeders naar huis te sturen. Minstens een week moest hij hier nog blijven, in dat nietige dorp waar men een taal sprak, of is het nu een dialect, waar geen touw aan vast te knopen viel, hoe moest hij die dagen doorkomen? Plots ging de deurbel van het café en kwam een late gast binnen stormen en schreeuwde .........Geplaatst door: Appie | 24 juni 2006 om 9:07
Plots ging de deurbel van het café en kwam een late gast binnen stormen en schreeuwde .........
Zeg Ab ik heb gehoord dat je er eindelijk weer in den lijve was...

Tot z'n stomme verbazing merkte Albertinus dat hij werd aangesproken met Ab en dat ook eerdere opmerkingen aan ene Appie wel aan hem gericht leken. Eigenlijk klonk dat allemaal zeer vertrouwt en nu hij is goed om zich heen keek leek kwam ook dit etablissement hem wel erg bekend voor en warom stond hij nou op eens achter de toog.

Tot morrege Ab riep de kastelein terwijl hij naar buiten liep, fijn dat je er weer bent, kan ik morrege eindelijk weer eens ...

De wind verwaaide zijn stem en terwijl de deur achter de kastelein dicht sloeg keek Albertinus verbaasd naar de enig achtergebleven kasteleinsvrouw die hem vragend aan keek en zei: "kommie nou met of ..."

"Wie was dat?" vroeg Albertinus.

"JP, wie anders..., nou Appie kom je nou eindelijk 's mee of..."

Albertinus snapte er niks meer van maar 't leek hem toch wel een goed idee en terwijl hij op Siene afliep voelde hij oeens de sterke behoefte om haar een kus op 't voor hoofd te drukken.

Siene fleurde op, "eindelijk, ik dacht al dat je me niet meer kende...."Geplaatst door: SiKo | 24 juni 2006 om 10:34
Albertinus wilde zeggen.....

Ging de telefoon. Wie kan dat nou weer zijn zo laat op de avond dacht Appie.

Met Schollema, zei de persoon aan de andere kant van de lijn. Ik moet dringend Albertinus spreken. Appie keek Albertinus aan. Het is voor jou, onze burgemeester.

Albertinus keek bedenkelijk. Jullie burgemeester moet mij spreken? Hoe weet hij dat ik hier ben?

Hij pakte de hoorn. Met Albertinus zei hij. Ja met Schollema. Ik kreeg vanavond een telefoontje van de burgemeester van Nijmegen. Zijn boodschap was helder: Wanneer Albertinus zich morgen niet zou melden bij de Stadsarchieven van Nijmegen dan zou het verkeerd aflopen met Claudius en Annabel. Meer zei hij niet. Jij zou wel begrijpen waar het om ging. Laat mij er alsjeblieft verder buiten Albertinus, zei Schollema, ik heb al genoeg te doen in Pekel en Zuudbrouk.

Maar hoe wist u dat ik hier was, zei Albertinus? Mag ik niet zeggen zei Schollema, krijg ik misschien dezelfde problemen als mijn voorgangers hier in Menterwolde en daar heb ik geen zin in. Ik wilde het hier graag bij laten. Sterkte Albertinus! En Schollema hing op.

Na enige seconden gaf hij de hoorn terug aan Appie en begon te huilen. Siene kwam te hulp. Wat is er kerel, volgens mij heb jij een groot probleem. Kom er mee voor de dag. Het zal je helpen. Hier, eerst een glaasje water.

Albertinus vertelde aan Appie en Siene wat hij allemaal had meegemaakt. Nou nou, dat is niet niks zei Appie. Ze weten wel hoe ze je moeten pakken. Waarom wil je zo graag weten wat er in het document geschreven staat vroeg Appie. Het zit zo, zei Albertinus,.....Geplaatst door: John | 26 juni 2006 om 22:11
Het zit zo, zei Albertinus,.....

Siene kon het niet meer aanzien:
"Wat sta je daar nou in de spiegel te gluren en tegen jezelf te lullen. En waarom moet je voor de Burgemeester opeens "Albertinus"", ze trok haar neus zo mogelijke nog verder op dan te voren, "heten. Wat is er mis met "Appie" Appie"?

Appie stond perplex en toen hij links van zich keek bleek het Albertinus niet anders te vergaan. Die keek hem recht in 't gezicht droogde net als hij met z'n ene hand z'n tranen en met de andere hand die van Siene die op z'n schouder lag. Appie greep uiteraard tegelijkertijd ook naar de hand die op zijn eigen schouder lag en op kijkend zag hij daar ook Siene staan... Verbaasd kijk hij weer naarr Albertinus en ... en Siene. Hoe kon dit hij strekte zijn rechter hand uit naar Albertinus die hetzelfde deed naar hem maar dan met z'n Linker hand, ze wilden allebei de hand van de ander grijpen en... grepen allebei mis, het was als of er een ondoordringbare onzichtbare wand tussen beide stond.

"Zeg heb je nog nooit een spiegel gezien soms..." Siene kon haar lachen moeilijk meer onderdrukken eigenlijk was wel een tikkie boos op Appie; Dat is maandenlang verdwenen, komt dan zomaar weer binnen, kijkt verbaasd in het rond doet aan de ene kant alsof er niets gebeurd is om even later te doen of hij niemand kent om vervolgens met de spiegel in discussie te gaan; "t Moest niet gekker worden, zou Appie soms lijden aan... Morgen maar 's met een paar mensen over praten.
"Kom Ab, slaap nou eerst je roes maar 's uit volges mij heb je het harder nodig dan ik, morgen zal ik 's met John gaan vragen of hij een touw aan die wartaal van zoeven kan vastknopen" Ze pakte Appie's linkerhand die door de wand kijkend zag dat ook daar Siene Albertinus rechterhand pakte en die net als hem mee naar de trap trok, en toen was Appie weer alleen met Siene, zijn Sieneke wat zou hij toch zonder haar beginnen, misschien kon zij hem ook wel helpen met dat gedoe in de Keizerstad... En terwijl hij zo dacht voelde hij dat zijn kleren liefdevol van z'n lijf werden getrokken waarna hij zo voorover in de oude bedstee van het Golden Peerd donderde, zijn Golden Peerd..., hun Golden Peerd...
wat kon een mens moe zijn.

De volgende morgen was Siene al weer vroeg op. Aan de ene kant was ze blij dat Appie eindelijk weer terug was, aan de andere kant vroeg maakte ze zich zorgen over haar man. Die warrige verhalen van gisteravond zaten haar toch flink dwars. Ze zou het inderdaad maar 's met John opnemen die wist vast wel raad.

John, een man in de kracht van z'n leven was een man van de wereld. Een rasechte Tukker die zich in het Groningse prima op de plek voelde bij 's werelds eens-grootste aardappelzetmeel-fabriek waar hij werkte. Hij had samen met z'n vrouw een 3,5 jaar oud dochtertje, hield van fietsen en virtueel bier. En dat laatste trof want laat nou Menterwolde één van de weinige gemeenten in het land zijn met een florerend virtueel uitgaansleven...

"Ping"
John keek op van z'n schrijfwerk, iets voor 't jaarverslag.
"I've got mal for you..." stond er pontificaal in z'n beeldscherm.
Van wie zou dat nou wezen, 't was privé dat kon hij horen, zou 't van Appie wezen hij had via de electronische tam-tam begrepen dat die weer was op gedoken...
"Snel effe lezen" dacht hij terwijl hij het mailtje opende, 't was van Siene....Geplaatst door: SiKo | 27 juni 2006 om 8:09
Hoi John, schreef ze,
Ik heb je raad nodig. Er gebeuren rare dingen in het cafe en Appie spoort ook niet helemaal. Hij is een paar dagen weggeweest. Er was een Horecabeurs in Amsterdam. Sindsdien ken ik hem niet meer terug. Hij krijgt ook vreemde telefoontjes.
Wat adviseer je me?

John begon na te denken. Zo goed kende hij Appie nu ook weer niet. Laat staan Siene. Ja de gehaktballen zijn voortreffelijk. Maar voor de rest.... Zometeen maar eens kijken wat ik voor Siene kan betekenen. Nu weer verder met de financien. Avebe moet goed op de centen blijven letten. Voor je het weet staan de boeren en werknemers met lege handen. De gewone man wordt vaak de dupe van de prestatiedrang van het hoger management... Toch maar eens proberen om de gulden middenweg door te rekenen. Zal de motivatie van de werknemers ten goede komen.
________

Appie werd inmiddels ook wakker. Wat!! al 09.00 uur. Ik ben te laat met mijn openingsstukje op het log. Zal JP me zeker wel kwalijk nemen. Ook geen kan zwarte koffie gezet. Ooh,ooh hij zal wel weer wat moois geschreven hebben. Mijn stamgasten nemen ook geen blad voor de mond. Kritisch als ze zijn. Op het MKB houden ze het redelijk rustig. Weinig politieke onderwerpen die om aandacht vragen. De FC en PC zijn maar bijzaken.
Snel achter de laptop. even kijken wie wat geschreven heeft. Oeps.... Een nieuwe gast. Schollema.... hij heeft de opening verzorgd. Wat schrijft hij....Geplaatst door: John | 27 juni 2006 om 21:37
Schollema.... hij heeft de opening verzorgd. Wat schrijft hij....
"Voor ik hier mijn pennevrucht zal intikken moet mij allereerst van het hart dat ik alle hier regelmatig aanwezige bezoekers natuurlijk wil begroeten. Ik kan dat hier op deze plek natuurlijk niet doen door iedereen persoonlijk een hand te geven en daarom wil ik beginnen met het aanbieden van een kleine versnapering in de vorm van een kop verse koffie of desgewenst thee, die ik graag uit eigen virtuele zak zou willen betalen ware het niet dat de reden dat ik mij tot u allen richt u wellicht niet in de stemming zal brengen dit heerlijk warm vocht met het gepaste genoegen tot u te kunnen nemen.
Nu denkt u wellicht dat er iets ernstigs is gebeurd maar dat moet ik dan toch met klem ontkennen, uit eigen waarneming heb ik gedurende nu bijna een jaar kunnen constateren dat in deze gemeente eigenlijk alles gaat zoals het zou moeten gaan zij het dat er natuurlijk altijd wel dingen zijn die gaan zoals ze gaan hetgeen niet noodzakelijkerwijs betekent dat ze gaan zoals wenselijk mag worden geacht of zoals ze zouden zijn gegaan als andere zaken anders waren gelopen.
Desalniettemin ben ik trots op deze gemeente die heeft weten klaar te spelen een mega-project van internationale uitstraling voor de regio binnen te halen voor de neuzen van alle andere, grotere en daartoe meer en beter toegeruste omliggende gemeenten. De afgunst van velen rust op ons en zij zullen niet rusten ons in een kwaad daglicht te stellen door hier en in de pers steeds opnieuw van feiten kond te doen die wij als gemeentebestuur niet kunne weerspreken omdat ze ontegenzeggelijk waar zijn hoewel wij daar uiteraard geen weet van hebben..."

Waar gaat dit over dacht John, misschien moest ik toch maar weer eens op MKB kijken...
Ondertussen verging het de andere virtuele gasten niet veel anders en ook de uitbater zocht z'n heil bij de bronnen van Andy van Nee...Geplaatst door: SiKo | 28 juni 2006 om 0:29
Albertinus voelde weer zo'n golf aankomen; zo'n golf die, toen hij eens in de spiegel keek, zelfs de vorm van zijn gezicht en zijn houding merkbaar veranderde. Zelfs het timbre van zijn stem en de monotonie veranderden. Albertinus wist weinig van zijn andere persoonlijkheden. Hij dacht niet dat er een vrouw in hem zat, maar het zou niet helemaal onmogelijk zijn alhoewel hij zichzelf nooit in vrouwenkleding had teruggevonden.
Alhoewel? Hij had wel een soort trouwjurk aan, die ver voorbij zijn enkels kwam. Beetje stijve katoen, gesteven boordje zelfs. Langzamerhand begon het hem te dagen dat hij op een plaats was waar hij niemand kende maar de mensen meenden hém wél te herkennen. Onbegrijpelijk.
Toen hij zich in zijn warme bed omdraaide zag hij donker haar op het kussen naast hem liggen. Plotseling bewoog ze en een bevallig figuur met ampele voorgevel draaide zich naar hem toe. Ooh Appie, wat fijn om zo naast je te liggen; je bent zo lief en zacht! Als je eens wist hoe ik naar dit moment heb uitgekeken; al die weken stil aan de bar zat ik naar jou te smachten! Ik had niets met Henk en JP, ik wilde jou, jou, jou!
En als een hongerige leeuwing besprong ze Albertinus en verkende haar tong zijn mondholte.....

Toen ging de GSM van Appie af. "Goedemorgen, met Albertinus sprak hij...Geplaatst door: JP | 29 juni 2006 om 23:51
Met SiKo,
Zeg Ab, wat zijn dat voor grappen van de burgemeester, sinds wanneer schrijft hij de openingsstukjes. Waar ben je toch mee bezig man.
Ik wil geen bemoeienis van de politiek in het Golden Peerd. Laat de politiek zich maar profileren in het Politiek Cafe!!.

Rustig SiKo, zei Appie. Ik weet niet wat er met mij aan de hand is SiKo. Ik zou graag met vakantie willen naar Rome. Een goede vriend woont daar. Krijg ik te horen dat ik naar Nijmegen moet gaan omdat ik anders Claudius, mijn vriend, nooit maar zal treffen.
En SiKo, ik word op de huid gezeten door een Kaiser FranzL. Hij wil een document hebben wat iets voorspelt over een toernooi in de Berenstad. Misschien weet Otto wel raad. Hij weet waar je moet zoeken.

Dat is een goed plan zei SiKo, als je hulp nodig hebt, dan weet je me te vinden. Heb nog wel een paar fietsen staan.

Ondertussen was Frederika ontwaakt uit haar smachtend verlangen naar meer. Appie kent ook maar weinig romantiek dacht ze. Achter de bar lijkt hij een hele aardige man, maar in bed.. zaak gaat voor prive blijkt maar weer.

Nadat Albertinus zich eindelijk wat had kunnen opknappen belde hij Otto. Zeg Otto, sprak Albertinus, misschien kun je me helpen. Ben op zoek naar oude documenten uit het stadsarchief van Nijmegen.

Maar dat is toevallig zei Otto. Vorige maand heb ik juist een paar documenten opgehaald uit Nijmegen. Ik wilde meer weten over "brood en spelen". Welke invloed had het Romeinse rijk in het noorden van Europa. Ik werd geholpen door een bijzondere vrouw. Dat kan ik mij nog goed herinneren.

Oh zei Albertinus, maar dan ben jij ook in gevaar Otto. Ene Kaiser Franzl heeft me bedreigd. Ik moest alles wat ik wist over die documenten aan hem vertellen.

Vanmiddag kom ik bij je langs, OK Otto?

Nou zei Otto......Geplaatst door: John | 1 juli 2006 om 10:56
Maar Otto zei niets meer.. Toen Albertinus bij zijn huis aankwam rende een vrouw naar hem toe; radeloos (en redeloos, het is ja een vrouw;) riep ze "waar is mijn man?".
Albertinus was even van zijn stuk maar kon de vrouw, die de echtgenote van Otto bleek te zijn, een beetje kalmeren.

Het bleek dat Otto ontvoerd werd door buitenlanders, vermoedelijk duitsers, maar hun dialekt was heel anders dan wat zij kende vanuit het noorden van Duitsland.
Toen Otto de deur opendeed werd er een pistool op hem gericht, en werden zijn vrouw en kinderen onder schot gehouden.
Otto moest alle documenten en zijn laptop meenemen. "Ahls Allesz koed iest und der Otto mitarbeitet kommt er rundum den zehnten july wieder hier "zurück" Wenn aber niecht dan ist er alle. Grüß Gottie, Heil Franzl" waren de enige woorden die zij had gehoord.
Ze wist alleen nog te vertellen dat de auto een duitse sticker had en een kenteken dat begon met een M.

Osjit dacht Albertinus, die duitsers doen alles om de wereld te beheersen. Zouden er landen zijn die de duitsers konden stoppen? Zouden de spanjaarden of portugezen kunnen helpen, of de fransen of worden het toch de azzuri?

Albertinus ging terug naar het Café van Daan, maar hij herkende er niemand. Toen toch maar gekeken bij Appie, in de hoop dat de mooie, onverzadigbare Frederika en Siene elkaars gedrag in toom zouden kunnen houden.

En ja, daar zag hij een bekende......Geplaatst door: JP | 4 juli 2006 om 13:09
En ja, daar zag hij een bekende......
Het was de zoals gewoonlijk casual black geklede Meindert; Maar wat was er met hem aan de hand, zijn doorgaand glimmende ogen stonden dof en met een smeulende peuk in de ene en een kop koude koffie in de andere zat hij gelaten voor zich uit zat te staren in de spiegel achter de toog.
Blijkbaar werd hij daar Albertinus gewaar want het leek of de gebruikelijke twinkeling in zijn ogen terug keerde en nog voor Daan zijn vakbroeder kon begroeten draaide de bekendste Pekelder uitzendkracht in de gemeente zich om en zei: "Jij hier Appie..., bij de concurrent op bezoek...?"
Het was wel duidelijk dat hij niet zo zeer om een praatje verlegen zat alswel dat hem iets van het hart moest wat zwaar op de maag lag. Maar wat...?
Appie's hersens maalden en terwijl hij zowel Daan als de Menterwoldes waarnemend eertse burger vriendelijk terug groette kwam hem de zonderlinge bijdrage van de Burgeemeester van deze morgen weer voor de geest die hij, moest hij nu tot zijn schaamte bekennen, niet eens helemaal had gelezen omdat er aan de inleidende woorden maar geen einde had lijken te komen.

"Dag Burgemeester...; Ja ik vond het tijd mijn licht eens bij Daan op te steken misschien dat hij chocola van mijn wedervaren kan maken want ik zie door de bomen het bos niet meer. Er gebeuren allerhande vreemde zaken in m'n directe omgeving, mennsen worden ontvoerd, burgemeesters bemoeien zich met de virtuele kant van m'n bestaan en er wordt van alle kanten aan me getrokken in verband met een document dat iets van doen heeft met...; Maar wat wat doet u hier..., wat wilde u nu eigenlijk zeggen met uw epistel deze morgen..., en is de politie al bezig met het zoeken naar Otto..., ben je, sorry u, ik bedoel bent, uh, u natuurlijk al bij zijn vrouw Els langs gegaan, die vrouw weet ook niet meer waar ze aan toe is..."

"Ja Appie, 't is ja een toestand hier, ik had het ja er net nog over met de heer Hulzebosch, 't is ja wat ja. Je weet ja dat een gemmente als deze niet de gemakkelijkste wezen zal, maar wat hier zoal in het afgelopen jaar gepasseerd is is ja genoeg voor een hele provincie. Zoals ik van morgen al zij op jouw Blog dreigt de boel nou echt uit de hand te lopen, de gemeente-archivaris wordt bedreigd, mensen krijgen vreemde telefoontjes, mega-investeringen worden afgeblazen, nu weer een ontvoering, die zoals ik al schreef overigens al was aangekondigd, onder de jeugd broeit ook wat en zojuist kreeg ik bericht dat ik voor crisisberaad naar het Provinciehuis moet komen samen met de burgemeester van Nijmegen met Alders, één van zijn voorgangers in de Keizerstad, de burgemeester van Buren en de Stad-Senator für Staatssicherheit uit Berlijn. Appie, wat moet een eenvoudig mens als ik daar nu van denken"Geplaatst door: SiKo | 5 juli 2006 om 11:26
Op dat moment ging de GSM van Albertinus af; in het display zag hij dat het Claudius was, vanaf zijn kantoor in het Vaticaan.
"Waar ben je" vroeg hij aan Albertinus die hem vertelde dat hij in Zuidbroek was. "Suybrouck!" vroeg Claudius verbaasd; hoe kom je daar nu verzeild? Maar voor Albertinus iets kon zeggen vertelde Claudius hem dat hij via een van de roomsche netwerken gehoord had dat kaiser Franzl tegen een probleem met de mafia was opgelopen; hij was een paar uur geleden teruggevonden, naakt, zijn hele lichaam met blauwe verf bedekt. "Hij maakt het naar omstandigheden goed" zei Claudius, alsof het Albertinus ook maar een drol zou interesseren.
"Hoe is het met Annabel? Dat vind ik belangrijker dan een of andere duistere duitser. Zij gaat me aan het hart!""

"Sorry" zei Claudius, "mijn inquisitie is met haar bezig!". Aan het geestesoog van Albertinus ontsprongen plotseling de wildste taferelen, waarbij Annabel, leren maskers, boeien en zwepen de boventoon voerden. Even schoot hem Monty Python door het hoofd maar al snel was hij weer bij zijn positieven. "Waarom? Wat weet zei van dit alles? Je gaat haar toch niet martelen?!"

Claudius bracht hem zijn vette kardinalenconventlach ten gehore. "De Inquisitie is onze inlichtingendienst; ze zoeken haar nu voor mij, én voor jou natuurlijk, maar dat weet de inquisitie weer niet. Of misschien ook wel, de inquisitie zou de inquisitie niet zijn als ze niet wilden genieten van naden en nylons"

Albertinus keek naar Meindert die met stijgende verbazing en tollende oren de woorden van Albertinus hoorde. Kop noch staart kon hij er aan vastknopen. Martelen? Inquisitie? Waar gaat dit over? Hij had veel menterwolmer mysteries meegemaakt, maar dit was anders, groter! Daarom sloot hij zich af van het gesprek met Albertinus en liet zijn gedachten gaan over "Het Gerecht" waarin de brutus uit Groningen gedaagd zou gaan worden door klein, klein duimpje uit Muntendam. Of zouden het David en Goliath zijn....?

Albertinus echter werd steeds onrustiger; hij voelde de brandende noodzaak zijn verplichtingen aan Daan te voldoen en met de XK naar Berlijn te gaan; dáár, dacht hij, dáár moet ik heen. Hij had verder geen benul van wat of hoe, maar hij wist dat daar de ontknoping zou zijn, dat hij daar Annabel zou treffen en dat hij daar Claudius op een meeslepende, magistrale manier ontrouw zou worden...Geplaatst door: JP | 7 juli 2006 om 12:09
Maar hoe kom ik bij m'n XK, zogenaamd in onderhoud bij mijn deskundige garagehouder in Nijmegen. Wacht dacht Albertinus ik vraag Mario, het schijnt dat hij geweldig overweg kan met een tandem. Moet ik wel opschieten anders kom ik te laat in Berlijn.
Ik zal eerst Henk eens bellen. Om deze gebeurtenissen voor het nageslacht te bewaren moet er wel het een en ander vastgelegd worden.
Wat was z'n nummer ook al weer......4534xx.
Ja met Jef, zei de andere kant van de lijn. Waar kan ik u mee van dienst zijn?
Ik zoek Henk, zei Appie.
Die is er nu niet, hij heeft een klusje op het gemeentehuis, zei Jef. Kan ik een boodschap achterlaten?
Nou, zei Appie, wil je doorgeven dat Mario in de gaten gehouden moet worden. Alles wat bijzonder is moet geregistreerd worden. Er staat binnenkort wat te gebeuren. Misschien moet hij ook Zuidbroek online om hulp vragen. Chris wil vast ook wel meewerken.
Heb je het goed opgeschreven? Ja hoor zei Jef, ik zal opa op de hoogte brengen. OK Jef, en wanneer je zin hebt om bij het GP langs te komen mag dat.

Nu Mario bellen.
Hallo Mario, zei Appie, toen Mario de telefoon had opgenomen. Ik heb je hulp nodig. Otto is ontvoerd door een stel Duits-sprekende criminelen. Ik heb de opdracht gekregen om direkt naar Berlijn te gaan. Omdat ik nu niet de beschikking heb over een auto kan ik bij SiKo een een tandem lenen. Ik heb gehoord dat je flinke power in de benen hebt. Kun je over een uur bij me zijn. Gaan we eerst de tandem ophalen, dan ook even bij Dijkhuis tweewielers langs. Daar verkopen ze van die energierijke repen en drankjes.

Vooruit zei Mario, ik heb altijd al eens naar Berlijn gewild. De fiets is een milieuvriendelijk vervoermiddel en misschien kom ik Joschka Fischer nog wel tegen.
Ik zie je over een uur Appie. OK tot zo Mario. en Appie hing op.
Nu nog Siene en Frederika vertellen van z'n plannen.
Plots ging de deur van het GP open. Nanno en Bram stapten binnen. Dag Appie......Geplaatst door: John | 8 juli 2006 om 12:42
Illustratie bij het voorgaande:
http://i34.photobucket.com/albums/d133/Peerd/AA/FietsSiKo1.jpg 

Toen zag ik een dofijn,
't zou toch aardig zijn,
weet die misschien de weg naar West-Berlijn,
't beestje spartelt blij verrast
nu hij met zo'n vraag belast
pak nu de tandem of en fiets
dolfijn vinden steppen niets
en neem je soms de trein
dan fiets je door West-Berlijn
wat fijn...
opdefiets, op de fiets
't kost onze Albertinus nietsGeplaatst door: SiKo | 9 juli 2006 om 23:04
Tja er moeten natuurlijk niet al teveel foutjes in sluipen dus nog een keer:
http://i34.photobucket.com/albums/d133/Peerd/AA/FietsSiKo1.jpg

Toen zag Ab een dolfijn,
't zou toch aardig zijn,
misschien weet die de weg naar West-Berlijn,
't beestje spartelt blij verrast
nu hij met zo'n vraag belast
pak daar die tandem op en fiets
dolfijnen vinden steppen niets
en neem je soms de trein
dan fiets je straks door West-Berlijn
da's fijn...
opdefiets, op de fiets
't'kost onze Albertinus nietsGeplaatst door: SiKo | 10 juli 2006 om 21:43
Albertinus had geen flauw idee waar hij was, wie hij was en waarom hij was wie hij was waar hij was alle gedachten tolden door zijn kop en alles draaide om hem heen.
Toen hij zijn ogen weer kon focussen zag hij dat hij in een kamer met spiegels lag; spiegels aan twee wanden, aan het plafond en op de deur. Alles was roodachtig gekleurd, behalve één muur, die helemaal zwart was geverfd. Met in de muur verankerde ogen waar een paar touwen in hingen. Ook op de grond lagen wat stukken touw, wat leren riemen en een paar onbeschrijfbare zaken.
Inquisitie! schoot door hem heen; ik wordt gemarteld voor mijn informatie, maar ik weet helemaal van niets. In zijn paniek realiseerde hij zich niet dat hij op een heel groot bed lag...

Plotseling hoorde hij iemand een deur openen. Hij draaide zich om en zag de beul. In zwart leer gekleed, met hooggehakte schoenen en een masker dat haar gezicht bedekte. Het was een vrouw realiseerde hij zich, ze had een paarden (paarde?) staart en haar figuur had ook wel wat karakteristiek vrouwelijke elementen.

Onder normale omstandigheden zou Albertinus niet zo bang zijn, maar na de waarschuwingen van zijn goede vriend kon hij nauwelijks een woord uitbrengen.

Gelukkig voor hem sprak de vrouw en zei: ....Geplaatst door: JP | 13 juli 2006 om 9:00
Gelukkig voor hem sprak de vrouw en zei: ....
"Wel Abmans, voel je je al een beetje thuis?
Ik vind 't toch wel wat vreemd hoor dat ik nu zo plotsklaps met jou opgescheept zit. Begrijp me niet verkeerd maar m'n hele folterka... uh huis staat op zijn kop sinds jij hier ligt en ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik met je aan moet, ik kan me toch wat moeilijk jullie beider geest onderdanig domineren."

"Uh", zei Alberstinus haar strak aankijkend. Hij kreeg vaag het gevoel dat hij deze dame wel moest kennen maar waarvan, dat ze niet 't slechtste met hem voorhad leek hem duidelijk dus hij waagde voorzichtig wat te vragen: "Wie ben jij..., uh u, uh bent ut? De moet zonk hem in de schoenen toen de vrouw hem vernietigend aankeek, maar na zijn gestotterde vebetering klaarde haar ogen, die hij door de spleetjes van haar masker duidelijk kon zien, op.

"Wel een beetje respect graag Abmans, jij mag eerst jij zeggen als ik je dat toesta, en jij daarvoor wilt boeten". Ze tikte met haar zweepje op zijn borst; " En wie ik ben dat zou jij toch moeten weten je hebt mezelf geroepen..."

"Heh.." Appies mond viel open van verbazing en onbegrip, "Ik heb jou, uh, U geroepen..., maak dat de kat..." Hij maakte zijn zin niet af zo schrok hij van haar plotseling vol voor hem oprijzende gestalte, ze was lang, langer dan verwacht, maar hij herkende haar nog steeds niet.

"Jij weet niet wie ik ben Abmans, als je je niet heel snel alles helder voor de geest hebt dan zul je wat beleven..." Appie voelde zich kleinworden en dat leek haar wat milder te stemmen waarop zij vervolgde: " Nou vooruit ik geef je een tip: Ik ben een Fata-Jepena (Jee-penja), de domina van je beste klant."

Appie keek haar vorsend aan Jepena, gast, plots begon hem wat te dagen, dit was de fantasie van JP, maar hoe kon die hier lijflijk aanwezig zijn?

"Er gaat je wat dagen" zei Fata Jepena," dat is je geraaien ook, moet je kijken wat je allemaal hebt aangericht, 't bed staat verkeerd en 't is rond, m'n favoriete kleren zijn plotseling nog strakker en waar normaal mijn borsten bija geheel de vrijheid hebben zitten ze nu compleet opgesloten, in plaats van laarszen heb ik pumps met stiletto's aan en m'n haar, wat heb je met m'n haar gedaan, wat zal JP daarvan zeggen; Weet JP ervan dat ik nu opeens hier moet opdraven; Kijk van mij mag 't hoor, je lijkt me niet onaardig, maar voor een slaaf ben je wellicht wat te eigengereid. Aaan de andere kant spreekt voor je dat een levendige fantasie hebt die je bereidt ben ten bate van de gemeenschap in te zetten, dus een erotisch fantasie-verzetje op z'n tijd moet kunnen, maar moeten Siene en frederika dan gelijk meekijken", nu pas werd Appie de beide genoemden gewaar in de spiegel aan het plafond, "kijken is normaal gesproken meedoen maar ik weet niet of zij dat ook weten" Fata Jepena keek vragend over Appie heen naar de twee die achter het bed stonden waar hij op lag.

Tegelijkertijd begreep Appie dat hij droomde, en dat die droom hem nader had gebracht tot de het geestesspinsel van JP, maar waarom, hij was toch op weg naar Berlijn...? Nu was hij opeens klaar wakker, althans in zijn droom maar hij voelde dat er aan zijn rechterhand werd getrokken, de aantrekkelijke gestalte van Fata Jepena vervaagde; Zou hij haar ooit nog weer zien...Geplaatst door: SiKo | 14 juli 2006 om 1:00
Hij kwam een beetje bij en vroeg zich af uit wat voor droomwereld werd hij gehaald? En van wie?
Hij had het warm, heet; zou hij misschien de griep hebben of was de Koornwijn te sterk geweest?
Met enige moeite opende hij zijn ogen en zag dat er een vrouw naast hem stond. Nog steeds in strak leer, maar nu,zonder masker, herkende hij haar: Annabel van het Hoff tot Putten.
Met stomheid geslagen zag hij dat alles donker werd, en hij terug was in Oblivion, waar angsten, pijn en verdriet afwezig zijn.

Frederika, Siene en Annabel keken naar het bewusteloze lichaam voor hen. "Het is allemaal wat te veel voor hem geworden, zei Siene". "Maar ja, wat wil je; achtervolgd door de Gestapo van der Kaiser, de Inquisitie van het Vaticaan, een fanaat van Opus Dei én dan nog moeten ontdekken dat je een tweelingbroer in Zuidbroek hebt."

"Ja" zei Annabel, "het meeste kun je overleven, maar een tweelingbroer én dan nog in Zuidbroek, er zijn grenzen!"

Dat stak Siene; Zuidbroek was haar plekkie!
"En wat denk jij dan? Beetje de enge leervrouw uithangen terwijl hij angst had voor allerlei martelingen? Stom mens, je had hem wel een hartaanval kunnen bezorgen. Had míjn Ap nu een dode tweelingbroer gevonden" De sfeer werd minder aangenaam, maar dat merkte Albertinus gelukkig niet. Hij ging terug in zijn dromen, ver van het enge leer, terug naar de tijden van zijn voorouders, die nog met Oranje gevochten hadden in Heiligerlee. Hij ging terug naar hun kasteel, de burcht, toen zijn familie heer en meester was over de omgeving, loyale vazallen aan de Prins, maar eigengereid in hun denken en handelen.
Verlicht zou je zijn familie kunnen noemen; respect was een belangrijk onderdeel van de familietrots en -eer.
Daar reed hij, op zijn zwarte hengst, "jachtluipaard" (genoemd naar een exotisch dier uit Afrika), over zijn landerijen, de boeren manend tot produktie en genietend van het batouwsche land.
Daar, in de verre verte, woonde zij, Anna!
Heur vader was de Graaf van Hooff tot Putten, een trouwe bondgenoot van zijn eigen vader. Anna, dacht hij, Anna ma Belle, zo mooi, zo lang en zo bijzonder. Het liefst reed zij op heur merrie Jezebel, ongewoon gekleed in lederen kledij, die heur huid beschermd tegen doornen en takken.
Vandaag zouden zij elkaar ontmoeten op het goed van de Aamsbergen, al waar zij zouden spreken over Adelijke Zaken. Maar dat zou Albertinus echt aan zijn zitvlak oxideren, hij wilde Annabella zien en haar die éne vraag stellen.....Geplaatst door: JP | 14 juli 2006 om 9:58
Na bijna twee weken comateus te zijn geweest begonnen de artsen te twijfelen aan de levensverwachtingen van Albertinus.
Familie werd op de hoogte gebracht en een organenoogster werd geinformeerd dat een potentiele donor beschikbaar zou kunnen komen.
Zou Albertinus teruggegaan zijn naar een eerder leven, en daarmede het bestaan van het tijdscontinuum ontkrachten? Zou er dan toch een tijdmachine mogelijk zijn?
Maar als hij in de late middeleeuwen zou zijn, hoe zou het hem dan vergaan?Geplaatst door: JP | 26 juli 2006 om 12:57
Inmiddels waren Nanno en Bram het wachten beu. Ze kwamen de gehaktballen ophalen die Bram had gewonnen bij het foto-raadspel.
Appie en Siene waren nergens te bekennen.

Brutaal als Bram is ging hij maar eens in de keuken snaaien. Zo, dus hier worden de gehaktballen gedraaid.
Eens kijken wat er in de diepvries zit. Hmmm dat lijken wel bevroren katten en honden. Het zal toch niet waar zijn. Maakt Siene gehaktballen van honden en katten Hier moet Henk meer van weten dacht Bram.

Nanno was inmiddels in gesprek geraakt met Ayesha. Ze zat in de hoek bij het raam. Het ging over het politiek cafe. Volgende keer moest het toch anders aangepakt worden vond Nanno. Het moeten sprekende onderwerpen zijn. Laat de politiek maar een standpunt innemen. Geen meningen op papier, maar meningen uit het hart. Is goed voor de geinteresseerde burger.

Toen ging de deur van het GP open. Een vreemde man kwam binnen. Hij keek om zich heen. Hij liep naar een tafeltje met 2 mannen. Goedenmorgen zei de man. Ik zoek Appie, mijn naam is Kobus. De mannen stelden zich voor als Jannus en Mark.

Ze hadden Appie al een tijdje gemist. Ze dachten dat Appie op vakantie was. Nu is het zelfbediening. Aan het eind van de avond zou het cafe weer opgeruimd worden. Een jongeman zorgde daarvoor.

Kobus wist genoeg en vertrok weer.
Niet veel later ging weer de deur open. Een mooie gebruinde man verscheen in de deuropening. Boungiorno, c'è qualcuno che parle italiano?

Nanno keek Ayesha en Bram eens aan, Jannus en Mark keken elkaar eens aan. Niemand reageerde. Toen zei de man. Ik zoek Albertinus. Hij is een amico van mij. OK zei Nanno wie ben jij dan wel? Ik ben Claudius di Roma. Albertinus heeft hulp nodig. Hij had mij gebeld. Ook had een Annabel mij gebeld. Zij vertelde mij dat ik Albertinus kon vinden in het Oro Cavallo.

Hmm Claudius, dan heb je net pech. Albertinus is op de fiets naar Berlijn. Er lag een briefje op de toonbank dat het zelfbediening was en dat hij vanzelf wel een keer iets van zich zou laten horen. Helaas kerel. Maar kan ik iets voor je inschenken? Ik zal je eerst even voorstellen aan Ayesha en Bram.

Ayesha begon helemaal te gloeien, zo'n knappe man had ze nog nooit gezien in het GP. Hier kan ik gebruik van maken dacht ze direkt. Dus Claudius zei ze......Geplaatst door: John | 26 juli 2006 om 23:23
"Ciao Claudio, ga zitten, wat wil je drinken, een grappa, een sambuco ?
Je zult wel moe zijn na de lange reis van Rome naar Menterwolde".
Het italiaans ging haar schijnbaar moeiteloos af en ze was ineens zo blij dat ze die regressiesessie naar dat vorige leven in Italie had onthouden, nu kon ze tenminste een gesprek voeren met deze gebruinde en gespierde italian stallion, eh pardon, italiaanse adonis.

"We wish you a merry christmas, we wish you a merry christmas...", Ayesha's mobiel gaf een ringtone af die toch niet echt bij het jaargetijde past.

"Eh, Claudio, neem je drankje, momentje, ik neem even dit telefoontje", met een rood hoofd liep Ayesha bij de bar weg.
"Hi, Jacob", begroette ze haar echtgenoot; "Wat is er liefie ?" Ze voelde zich enigzins betrapt dat ze net zo met de italiaan had geflirt.

"Kun je wel snel thuiskomen", vroeg Jacob.
"Poemeloes doet zo vreemd, die kat maakt vreemde geluiden en sabbelt op haar staart, maar als ik haar wil vastpakken duikt ze onder de kast".

"Natuurlijk, liefie, ik kom er aan", Ayesha baalde wel dat ze de kroeg moest verlaten, net nu het zo spannend werd, maar het thuisfront is toch echt belangrijker dan een spannende nieuwe man...
"Arrivedeci Claudio, tot kiekens jöngs, ik moet echt even naar huis, mijn poes maakt rare geluiden en heeft een natte staart...."
Met deze, voor de aanwezige mannen, wat vreemde opmerking nam zij de benen en liet de mannen in het café achter.
"Begrijp ik het nu goed", zei Claudio....Geplaatst door: AJ | 29 juli 2006 om 15:32
En op dat moment ging de deur open, vanwege de tocht harder dan nodig was. Bijna iedereen herkende de grij(n)zede man. De vraag blijft of ze hem ook kenden maar het kennen van mensen is een fabeltje, dat is hier wel gebleken.
Met enige verbazing keek hij in het rond, zag dat naast bekende gasten en passanten er een buitenlander was die verbijsterd om zich heen keek en die meende, hoopte dat hij samen met de grijnzaard wellicht het antwoord op zijn vragen kon vinden.

Snel liep Claudio op de man af en vroeg hem of hij wist wat in voor etablissement hij terechtgekomen was. Een bar zonder barbaas, een animeerdame die vloeiend italiaans scheen te praten maar die gebeld werd door een verzopen poes en er als een speer vandoor ging? Alle vragen stortte hij over de nieuwkomer heen die, rustig knikkend en mmja mompelend, zichzelf naar de toog bewoog om daar een sterke koffie te zetten.

"Jij bent Claudius, uit Vaticaanstad", sprak de man, op zo'n zachte manier dat niemand anders hem kon verstaan.

De spraakwaterval verstomde; Claudius' mond maakte bewegingen zonder geluid, iets dat JP deed denken aan een drooggevallen deense vis. Het gebruinde hoofd van de gast liep donkerrood aan, hij greep zich vast aan de toog en ging zitten op een van de comfortabele krukken van het Golder Peerd.
Hij greep de gereedstaande karaf water, nam er een paar grote slokken uit en liet de rest over zijn hoofd lopen. Dat was niet zo slim, want een van de ijsklontjes glibberde langs zijn ruggegraat omlaag om vlak bij zijn staartbeentje haar laatste druppels uit te blazen.

"Hoe kent u mijn naam? Ik ben nooit eerder hier geweest, zelfs in vaticaanstad blijf ik achter de coulissen. Ik ben.." "Hoofd van de natte tak van de zwitserse garde en drager van de pauselijke steek als teken van zeer grote verdienste voor God, Kerk en de Paus". Totale verbijstering zou een understatement zijn om het gezicht van Claudius te beschrijven. Zijn op één na grootste geheim was gewoon bekend bij deze vreemde vogel uit oost-groningen. "Mijn God" bedacht Claudius, "zou hij ook mijn allergrootste geheim kennen? Zou niets voor deze bijzondere man onbekend zijn? Zou hij Hij zijn? Zou het geheim -waar zijn beste vriend onwetend achteraanliep- zou die gebeurtenis dan nu plaatsvinden? En wat zou Hij vinden over Claudius daden en zijn grootste geheim?" Even kreeg hij de neiging om de voeten van de onbekende te kussen, maar gelet op de andere aanwezigen leek hem dat geen goed idee.
"Cloud" sprak de grijsaard met een sneerlach op zijn gezicht, "wat je uitgevreten hebt in dienst en in opdracht van de paus is je eigen probleem. Dat je op mannen valt vinden we niet zo'n probleem. Het gaat meer om het respect tussen mensen onderling dan wat ze hier of daar hebben hangen"
Claudius wist niet meer wat te denken; deze gedachten kende alleen hij. Én God natuurlijk. Die laatste gedacht verstijfde hem van angst, van verbijstering en voor het eerst in zijn leven wist hij het écht niet meer.

Een jongeman, eigenlijk nog een jochie, liep naar het tweetal toe; hij keek de grijnzaard aan en vroeg: "JP, kom jij 6 augustus ook op mijn feessie?"
"Lijkt me een goed plan knul! Houdt je rekening met mijn vaste drankje?"
"Zeker JP!" sprak Cor, en blij als een kind ging hij de volgende uitnodigen.

Claudius begreep er niets meer van. JP? Johannes en Paulus in één persoon samengebald? Een nieuwe zoon van God?

JP zag het brein van Claudius pulseren onder de glinsterende schedel van de Gardist; de verbijstering, de angst en het ontzag. Tijd voor hem om Claudius van zijn wolk af te halen en hem te behoeden voor het aanbidden van een volkomen verkeerde god, want JP was veel, maar zeker geen god.

"Vreest niet Wollukie" (daarbij Claudius vertalend, verbasterend en vernachelend)"ik ben geen godheid, integendeel, maar ik ken je wel; heel goed zelfs, want ik ben.."

Hij kon zijn zin niet afmaken want op dat moment stopte er een auto met gierende remmen; er werd een steen door de virtuele ruit gegooid dat gevolgd werd door een zak met inhoud. Daarna scheurde de auto weg, met onbekende bestemming.

Geschrokken liepen de bezoekers naar de zak; het bleek een industriele afvalzak te zijn met nog onbekende inhoud....Geplaatst door: JP | 31 juli 2006 om 12:26
Intussen keken de dokters verbaasd naar de meetapparatuur rond Albertinus, die ooit begon als hoofdpersoon in een verbazingwekkend onbegrijpbaar en onstuurbaar verhaal. Alhoewel hij bijna 3 weken niet meer was bijgekomen gingen de pennetjes op de hersenactiviteitenmeter als een gek op en neer. Toch reageerde hij niet op prikkels, zelfs niet toen de radeloze Annabel haar geliefde een enorme lel met haar bullepees gaf. Het vlees werd rood, Albertinus zweeg in alle talen.

Hij leeft nu in zijn eigen droomwereld sprak de neuroloog, en niemand weet of het hem goed gaat of dat hij zijn privé hel vertoeft. Euthanasie is geen optie....

Maar Albertinus stuiterde als een jojo regressant door vorige levens; nu was hij in de middeleeuwen, dan weer in het vroeg griekse tijdperk.

Ze was groot, schitterend geproportioneerd; haar blote borst leek gebeeldhouwd uit het witste marmer; haar kledij, vervaardigd uit het fijnste linnen was voorzien van gouden plaatjes en ringetjes om haar te beschermen tegen aanvallers én te fanatieke verdedigers. Ze torende boven Albertinus uit, haar benen als pilaren zo rank en sterk. Ze droeg lederen laarzen met sporen, tenslotte was paardrijden voor hen hobby en halszaak.

Albertinus lag op zijn knieen, het hoofd op de grond, in opperste staat van verwarring. Net toen hij bij zijn geliefde Annabel in bed wilde stappen om de huwelijksdaad te voltrekken kreeg hij een wegtrekker en kwam hij in een andere realiteit terecht.

Een andere vrouw, gekleed als de vrouw voor hem, maar niet met goud bekleed, greep hem bij zijn haren en trok hem omhoog, zodat de koningin van de Amazones hem goed kon bekijken.

"Hoe durf jij, nu nog een man!, je te vertonen in mijn rijk, het domein van de koningin Rosmina? In mijn rijk is maar een plaats voor mannen: onder de grond, zonder kop en wat mannelijke onderdelen!"

Hier vergat ze voor het gemak maar wat mannen die daadwerkelijk in haar rijk leefden:
- Prins SiKo, haar gemaal, de enige man die mocht bijdragen aan de instandhouding van de Amazones; een taak waar hij zich met graagte en grote inzet voor wilde inzetten. Nadeel was dat als zijn Koningin moest gaan hij ook zou moeten verdwijen en zou hij worden vervangen door een andere man. 
Zelfs voordat de mens het DNA ontdekte wisten deze vrouwen al wat goed was voor de mensch!
- Huissie, een "geholpen" drenkeling, die zo knuffelig was dat een aantal officieren hem als hun mascotte hadden geadopteerd; hij liep rond in hun afdankertjes, aan de lijn en was wel te vreden met dit lot, alhoewel hij bleef dromen van de verovering der noordelijke landen, de samensmelting tot zijn Noordland, waarvan hij uiteraard architect en koning zou zijn en "de JP" een mysticus die konstant bewaakt werd door 4 officieren om te voorkomen dat de anderen zich zouden vergrijpen aan zijn goddelijk lichaam. Na la die jaren was het volkomen overbodig om hem te bewaken, want hij was grijs, moe en lichtelijk voorzien van een gereedschapsafdak.
Albertinus had het vermoeden dat hem een korte toekomst zou worden toebedeeld, dus hij deed iets wat weinigen ooit hadden gedurfd en nog veel minder langer dan een paar uur hadden overleefd. Hij schudde de bewaakster van zich af, stond recht op, liet zijn koninklijke achtergrond en ditto hormonen opspelen en zei tegen de verbijsterde Koningin:Geplaatst door: JP | 31 juli 2006 om 19:55
...en zei tegen de verbijsterde Koningin:
"Met uw welnemen doorluchtige heerseres haarer haarscharen, waar is hier de nooduitgang?'

En de betovering leek gebroken; "Zie je nou wel dat 'ie nog leeft, coma, coma, m'n neus, meneer was zoals gewoonlijk weer z'n eigen beste klant en moest gewoon z'n roes uitslapen, toegegeven twee-drie weken is wat lang, maar wat wil na zo'n overbelangstelling van al dat vrouwvolk, tot nog toe moest 'ie 't enkel met mij stellen; Op 't laatst geloofde hij zelfs dat 'ie een heuse tweelingbroer had, notabene met dezelfde naam. Volgens mij heeft 'ie te vaak naar dat aldoor herhaalde "Allo Allo" gekeken, daar zat ook zo'n waard in, René gelooffuk, die op 't laatst zelf geloofde dat 'ie z'n eigen tweelingbroer was. En jullie spelen dat spelletje nog mee ook; Nou ik kap d'r mee, 't'is mijn Appie en ik neem 'm gewoon mee naaar 't peerd zodat'ie weer tot rust kan komen en aan kan sterken, elke dag een balletje doet wonderen..."

Dat was was ontegenzeggelijk Sieneke, zijn Sieneke die hij jaren geleden het jawoord had gegeven en waarvan hij zich niet kon heugen daar ooit spijt van te hebben gehad. Maar hoe zat het met wat hij zich wel herinnerde. Hij wilde opstaan, z'n ogen openen, hij moest toch naar Berlijn, Mario zou toch wel gewacht hebben...Geplaatst door: SiKo | 31 juli 2006 om 21:09
Nou, over Mario hoeven we ons geen zorgen te maken. De immer vriendelijke groenaard kwam met rode kop in Berlijn aan. Het was heet, de zonnebrandcreme onvoldoende sterk en het hem toegestopte CDA-petje was onderweg afgewaaid. Maar hij wás er tenminste, na lang trappen, zoeken en verdwalen kwam hij aan in een rustig Berlijn. Klein probleem van Mario was dat hij wel als een gek naar Berlijn was gestoven maar onderweg alle klutsen die hij ooit had was kwijtgeraakt.
Het in oranje getooide Berlijn dat hij verwacht had te vinden was weer pünktlich, de voetbalsfeer was weg...
Kortom, terwijl hij een oud nanno roggebroodje weg zat te werken in de schaduw van het glazen superBahnhof, Mario miste de beesten, zijn familie, oftewel, Mario had behoefte aan steun. Én iets te drinken.

Als gestaald kaderlid der Machtige Menterwolmer GL én wethouder had hij een bijzondere lidmaatschapskaart; een die hem in de meest bijzondere clubs toegang deed verschaffen, waar hij immer goede raad en daad zou krijgen: Ja, Mario was prominent lid van de Red Green Bretheren!

Uit een verborgen vakje aan zijn fiets haalde hij een adreslijst te voorschijn die hij met de bijgepakte loupe kon lezen; zo klein waren de lettertjes dat alle 4000 leden op twee A4'tjes stonden!

Berlijn - Fischer! Ach ja, dacht Mario, dat ik daar niet eerder aan gedacht heb: Joshka, de anarchist die geen auto's maar regeringen wilde opblazen. Snel zocht hij het adres op zijn kaartje van Berlijn en reed met grote snelheid, het grootste verzet, naar het huis van Joshka.

Daar aangekomen bonkte hij op de deur en even later zwaaide de grote deur open.
Zijn verbazing was groot toen hij zag wie daar de deur opende........!Geplaatst door: JP | 9 augustus 2006 om 11:13
Zijn verbazing was groot toen hij zag wie daar de deur opende........!
Hij kende die man...,
althans dat dacht hij toch want toen hij spontaan zijn hand uitstak om deze onverwachte portier te begroeten stokt zijn stem na de eerste woorden die hij nog stamelend uitbracht: "Wat ben ik blij u hier te treffen ..."

De kennelijke onvreemdeling vatte het echter gelijk goed op en vervolgde Mario's stokkende spraakwaterval met: "Burgemeester, ja zeker niet gedacht dat je mij ooit nog 's in uitgerekend Berlijn te treffen hèh. Nou ik jou ook niet Mario, maar zodra ik in het Golden Peerd las dat je hier voor de deur stond en je verbaasde over wie er opendeed dacht ik:'dat ben ik natuurlijk, kan iet anders'. Dus schreef ik spoorslags m'n sollicitatiebrief aan de de Commissaris der Koningin, Hans..., Alders..., je kent 'm toch ouwe jonge, ik heb natuurlijk ook kopieën verstuurd naar de gemeente en de vertrouwenscommisie enzo, je weet hoe dat gaat hèh. ..."
De verbazing van de herkenning maakte nu plaats voor 'n steeds toenemende bevreemding: Mario wist niet wat hij van deze "burgemeester" moest denken, en ook al kwam de man hem aanvankelijk bekend voor begon hij er nu toch aan te twijfelen of hij deze bekende wel eerder had gezien laat staan hem ontmoet te hebben...
"... Nou en toen heb ik gelijk de trein gepakt natuurlijk..., naar Berlijn..., maar dat begreep je al... Dat laatste stuk ging lekker snel, je weet wel die HST, die Duitsers noemen hem ICE, natuurlijk is zo'n Trans-rapid nog sneller..., maar als dat niet gaat moesten ze toch maar zo'n ding aanleggen van De Randstad noar Grønn..., en dan natuurlijk wel gelijk doortrekken naar Hamburg en Kopenhagen héh. Ja de mensen weten iet wat ze missen als nooit eens per trein raizen, en dan bedoel ik zo'n trein hèh, zo'n supersnelle..."
Nu wist Mario het zeker, hij kende deze spraakwaterval die met de hem bekende ambtsketen rond de nek en op de borst voor hem stond te oreren; En toch wist hij hem nog niet direct te plaatsen, Hij hervond zijn zelf vertrouwen en wilde juist wat zeggen toen Joshka Fischer achter de onvreemdeling vandaan kwam.
"Kennen sie diesen Mann, Herr Post? Er hat sich hier gemeldet mit einer wohl sehr sehr fremden Geschichte. Vorerst hab ich gedacht er ist ein Irrer aber als er mir die Dokumente zeigte hab ich ihm glauben mußen..."
Nu onderbrak de Burgemeester Joshka weer, "Wel effe je beurt afwachten Jos, je ziet toch dat ik met Mario in gesprek ben... Ik wacht al zeker twee weken om dit te kunnen zeggen; Maar bij gebrek aan shrijvers heb ik me zolang weten in te houden... Ik had zo natuurlijk wel mooi even de tijd om mij naar Berlijn te spoeden maar toch..."



Mario, zich de kop kapotpeinzend keek naar de kop die in de loop der jaren een stuk dikker was geworden, de strakke pantalon en de terugwijkende haargrens; ouder ja, maar rustiger? Toch wel, iets meer doordacht, minder van de hak op de tak via het troitor en het dak van de buurman springend. Het was nu van de hak op de tak van de volgende boom, en dat maakte het toch wat overzichtelijker.
Van oorsprong geen Menterwolmer alhoewel hij wel wat binding had met die Oost-Groninger heerlijkheid. Meer dan met Hilversum, dat gedoe op die matras stond hem al heel lang tegen. Vaag meende Mario hem wel eens gezien te hebben in een bootje, met een megafoon er in. Maar waarom ook al weer? Iets met roeien?
De naam wilde maar niet te boven komen, twee letters, maar waarom? En,minstens zo belangrijk, welke twee letters waren het?
En wat had dat nu weer met een straat in Meeden te maken???
Mario begon zich langzamerhand af te vragen of hij wellicht griep had en zich van alles lag in te beelden.
Die man, díe.... Neen, dat kon niet waar zijn...
Eh, was 't nou echt CH of...?

Ondertussen begon Joshka wat zenuwachtige trekjes te vertonen. 't was zaterdag, de winkels zouden zo vast wel sluiten. In ieder geval de Ökoladen waar hij zijn inkopen placht te doen. En die zwei Holländer brabbelden in hun eigen koeterwaals onafgebroken door over: Ja, waarover eigenlijk, en ze lieten hem geen woord zeggen.

Nu hij probeerde te luisteren en te begrijpen wat er gezegd werd viel hem op dat alleen zijn ongenode gast voortdurend aan het woord was en dat Mario ademsnakkend stond te luisteren en net als hij probeerde ook iets in het midden te brengen.
De twee moesten elkaar kennen, maar op Mario's gelaatsuitdrukking afgaand zag hij ook dat Mario er geen chocola van maken kon. (en dat alles auf Hogh-Deutsch)
Nu moest hij toch echt voortmaken, : "anders gibt kein Brot mehr" dachte er.
Also er machte sich auf die Bei.......

CH? Neen, BV, wist het nu zeker. Het CH dat hem door de kop schoot stond achter op diens auto, een auto uit Zwitserland, waar deze vermogend en bekende nederlander waarschijnlijk naar was uitgeweken.
Maar BV als burgemeester? In Meeden was er de BéVéstraat, dus het was niet onmogelijk....

Toen hij wakker werd keek hij recht in de kont van een van zijn schapen. Achteraf heb je altijd gelijk dachtde verdwaasde, verbaasde en lichtelijke stijve politicus. Hij voelde alsof hij de bodem van een veetransportwagen was; bont en blauw.
"Waar is zorg als je die nodig hebt?" en met een snelle draai kon hij een reeks verse keutels ontwijken.
Hij kroop omhoog, zag dat zijn fiets netjes naast het huis stond, mét de sleuteltjes er nog in. Mario deed de huisdeur open en werd onvriendelijk begroet door zijn huisgenoot die bezwaar had tegen de leur, maar bovenal de geur die Mario mee naar binnen bracht.
"Heb je in een varkensstal geslapen? gatver, mijn huis uit, en die gore kleren uit". Mario volgde de opdracht gedwee uit en even later stond hij in adamskostuum bij de achterdeur. Toen hoorde hij voetstappen op het grind, en nog voor hij kon wegduiken zag hij de bezoeker, en de bezoeker zag hem.

Met een rode kop, en een vod voor de schaamstreek groette hij het bezoek, zich bij voorbaat excuserend voor zijn minimale kleding en de niet te missen stank van rottende kleding....

Het bezoek keek verbaasd en zei....

"Dag Mario, mooi weertje he, heb je het warm...?"

"eh..., ha Lian , wat doe jij hier, kan ik je misschien ergens mee helpen...?
De twee keken elkaar aan en proesten tegelijkertijd uit in een onbedarlijke lach.
Onderwijl ging de achterdear open en het gezicht zich om 't hoekje stak keek nog verbaasder dan Lian had gedaan toen zij zojuist Mario zonder hemdmouwen of wat dan ook had aangetroffen...
"Ik kan je ook geen vijf tellen alleen late he; Dat papt maar aan met de eerste de best blonde voorbijgangster; wat moet ik hier nou weer van denken...

Hij trok zijn met poep en smurrie besmeurde kleren uit, sloeg zijn nog engzins riekende arm om Lian heen en trok haar mee een achterkamertje in...
Zijn vrouw sloeg gade, maar of ze Mario ging slaan? Een controversiëel moment? Groen? OK zei ze,
Links? vooruit
Naakt over de schutting: zoooo 1980
maar met een blondine naakt de achterkamer in? Dat gaat me te ver. Daar zit een luchtje aan!

Ze pakte een hoge druk spuit, liep naar de achterkamer maar, alvorens de boel op stoom te zetten, eerst wilde tóch even horen wat er in dat achterkamertje gebeurde.
En van wie was die wat stiekum geparkeerde auto?????


Mario zegt, burgemeester wat een eer, kom binnen.

Eduard zegt:…
hij blies dit absurd vervolgeverhaaltje uit..."


einde
---------------
-----------
-----
-
Morgen een nieuw feuilleton
wellicht met dezelfde hoofdrolspelers maar vast ook met tal nieuwe gezichten, die we soms denken te kunnen herkennen als die van andere Menterwolmers, maar schijn zal ook hier bedriegen.

gij gasten van het 'Peerd',
Wat wij hier gaan verkonden,
werd (n)ooit op school geleerd,
van hoe er ooit een Aarde kwam,
kom waard geeft ons een boterhammmmmm...

Refrein:
In't vir-tuuuuu-eel café,
praaaa-ten de gasten mee,
men draait erom heen,
men klaagt er steen en been,
wie post die dorst, wie post die dorst ,
wie post die dorst, wie post die, wie post die, wie post die, wie post die, diiiie dô..ôrssztd...

Als Ab zijn deur weer open doet,
niet stipt, maar wel heel trouw,
dan staat JP te trappelen,
een broodje kaas en gauw,
de koffie kan niet straf genoeg
zelfs in zo'n virtuele kroeeeeeg...

Refrein

De één houdt van intri-(hi)-ge,
en zoekt dat dus ook hier.
De ander meer van babbelen
vertier, plezier en bier,
dan is er nog 't'vervolgverhaal,
met fantasie van allemaaaal....

Refrein 2:
Dus voor't vervolgverhaal
geldt voor ons allemaal
schrijf vlot een couplet
en zet 't op 't net,
wie volgt, wie volgt, wie volgt, wie volgt,
wie volgt, wie volgt, wie volgt, wie volgt, wiiiie vôôô...lllgt?

en bloem zegt ik heb geen inspiratie....
en eduard zei: tja,tja,tja
en bloem zegt ik heb geen inspiratie....
Doar tussenin 'n lief. Dat is 'n peerd.
'n Peerd is 'n hail bezunder daaier:
Hai hef gain poten, moar bainen en dan ook nog wel vaaier!
Peerden binnen ofgemieterd staark
Zai helpen boeren bie 't zwoare waark.
Trekken ploug en karren mit volle zakken.
En dat aalmoal zunder snaren of snakken.
'n Peerd ken ook aibels haard rennen.
'Droaven' nuimen luu dat, dij 't waiten kennen.
Gounent loaten peerden lopen tegen kaander
En gokken den welk peerd wint van d'aander.
Zai binnen den in 'n mum van tied
Aal heur inlegde laive centen kwiet.
Kenst ook nog op peerd pirdjerieden goan.
Hen en weer noar de Pekel hest den zo doan.
'n Peerd kenst ook aalmoal kunsten leren,
Zoas op meziek daansen en marcheren.
Bekendste peerden binnen 't Peerd van Ome Loeks -maal zat -
dij is aallaank harstikke dood, zien staandbeeld staait in Stad.
En peerd van Sunterkloas, gaait net as Sunterkloas nooit dood.
As 'n peerd nait lopen wil, den hailendal gain nood:
Streust hom wat peper in zien kont
En hai lop wel draimoal zo haard in 't rond.
As peerd zo old is dat e nait meer ken lopen,
Kenst hom aaltied nog aan peerdeslachter verkopen.
Nou waist ja, wat veur daaier 'n peerd is.
En kenst begriepen, woarum e zoveul weerd is.

het is aan jullie…,
ik weet het niet meer…

Kan iemand ons vertellen hoe laat het is?
Ik weet het het is wintertijd en de klok moet een uurtje terug,
en dat moest precies om drie 's nachts,
dus doe je dat ook, wekker gezet om iets voor drie,
wakker geworden, klok een uurtje terug en weer verder slapen.

Gaat even later de wekker en je ziet dat het bijna drie uur dus zet je om drie uur precies de klok een uurtje terug en gaat slapen,
om om even voor drie weer wreed te worden gewekt want het is bijna a drie uur en de klok moet een uurtje terug en je bent plichtsgetrouw, van slapen komt niet veel meer maar toch je dommelt in, maar niet voor lang… .

Weer gaat de wekker en weer doe je er van een oplettend burger wordt verwacht en volledig slaapdronken donder je in je bed, waarom hebben we ook zo verdomd veel klokken, in de kamer de keuken, de stal het karnhuis, de logeerkamer overal tikt wel wat.
Afijn je woelt wat want je weet inmiddels wat je staat te wachten… .

En ja hoor precies om drie voor drie gaat het monster met de bel af als de man met de hamer, je strompelt je ronde door het huis met visioenen van koffiegala's met geschuimde melk en wat die meer zij, maar je zet door, ook de laatste klok zal er aan moeten geloven, iets over drie wordt ook hem duidelijk gemaakt dat het 2 uur wintertijd is en niet later;
Je vraagt je zolangzamerhand wel af:
… waarom zoiets perse midden in de nacht moet gebeuren,
… met behulp van wekkers en…zo,
… waarom er gewoon geen einde aan lijkt te komen,
… was het zetten van de zomertijd ook zo vermoeiend…,?
'k Kan het me niet herinneren, zou inmiddels over m'n slaap heen moeten zijn maar het warme bed lokt, het ruikt ook zo lekker naar vers gebrande koffie.

En nou moeten jullie niet denken dat ik toen de slaap mocht vatten hoor, onze wekker was onverbiddelijk en toen ik wilde blijven liggen werd mij duidelijk gemaakt dat ik er nu toch echt uit moest voor de klok; Maar dan mocht ik na gedane arbeid tenminste wel uitslapen, immers ik hoefde er niet om acht uur uit en m'n bedgenote wel.
Dus heb ik m'n plicht gedaan, alle klokken keurig op tijd lopend achtergelaten en het nest weer in gerold.

Toen de wekker ging, je kon er de klok op gelijk zetten, precies om drie voor drie, reden er een paar luidruchtige tieners voorbij…,
… wat doen die lui midden in de nacht op straat dacht ik nog even, maar de klokjes tikten door en ik had een taak te vervullen dus deed ik dat, het bed wist ik ook nog terug te vinden, en de wekker mij natuurlijk…,
… toen die, veel te vlot weer ging schemerde het al, en de rest van 't liedje wil ik jullie eigenlijk besparen maar volgens mij ben ik door de wekker heen geslapen daarna…,
… ik weet enkel niet precies meer hoe vaak,
… dus ben ik de tijd een beetje uit het oog verloren,
… bovendien ben ik blijkbaar minder nauwgezet geweest dan ik dacht, geen twee klokken lopen meer gelijk hier…
… en toen ik zojuist aan de keukentafel wakker werd om drie over drie ben ik maar blijven zitten om naar de radio te luisteren… .

Wisten jullie trouwens dat Vroege-Vogels gewoon midden in de nacht wordt uitgezonden, ik luister blijkbaar normaalgesproken altijd naar de herhaling vanaf acht uur 's ochtends…
Maar hoe laat het nu is?

Maar wellicht is het ook de hoogste tijd voor veranderingen?
Moet de reesfiets weer uit het fet (geen spelvaut! Speciaal vet voor fietsen!) en komen Albertinus en Annabel weer zorgen voor reuring? Komt er inderdaad een nieuwe politieke partij aan de horizon die bestaande en bijna nog bestaande partijtjes hard de les zal lezen? Gaat het Vaticaan een revolutie ontketenen in het BMPV gebied? Gaat wellicht iemand anders een revolutie ontketenen?
WIE O WIE SLAAT ER TOCH OP DE POORTEN EN BRULT : OPEN SESAM, OPEN!

die verdwoalt is ZEKER…
'k zel hom gauw 's 'ffe vroagen noar sien noam…