donderdag 24 juli 2014

Een dag van (nationale) rouw

Een dag van (nationale) rouw

waarom rouwen - om de onzen - om de jouwen,
smart en treurnis van nabij - daarom rouwen wij.
waarom treuren - om de hunnen en hun naasten,
we waren bij hen… noch nabij - 't is niet om hun - 't is om ons - om 'Wij'.

waarom rouwen wij als natie - gepaard met uiterlijk vertoon,
waarom rouwen hele wijken - dorpen - steden,
waarom zo'n bombarie - waarom niet 'gewoon' 
waarom niet stil - in beslotenheid van huis en haard,
waarom respectloos - maar nieuwsgierig - met z'n allen,
om 't gevoel er bij te zijn - erbij te horen,
massaal de straat op gaan - om maar niets te moeten missen,
hand in hand - op Facebook als bewijs - getuige van 't getuige wezen,
wie zou dat nou willen missen - voor geen prijs.

rouw, smart en treurnis willen delen - welhaast als volksvermaak,
ik kan er niet aan wennen - steeds vaker - 't gebeurt gewoon te vaak,
geen ongeluk meer zonder stille tocht - zonder bloemenzee, waxinegeur,

wat bezielt ons toch - het willen uiten van 'ik treur',
treuren - niet om eigen naaste, niet om de naaste naaste buur,
treuren - niet om 'de'… maar juist 'het' onbekende - het gemiste avon(d)(t)uur,
treuren om het gevoel van angst - een naderend gevaar,
treuren om - dit kon ons allen treffen - maar het trof nog net geen enkeling,
treuren met zovelen - als eerbetoon aan hen...
zij die uit de hemel vielen - treuren we om hen?


SiKo©
24-07-2014

maandag 7 juli 2014

Indirecte zettingsschade en bevingen/trillingen

Auteur: Hilda Groeneveld 07-07-2014

Indirecte zettingsschade en bevingen/trillingen

Spanning in gebouwen kan ontstaan door problemen die voortkomen uit de bovengrondse constructie, de fundatie, het materiaal waaruit het gebouw is opgetrokken of door problemen in de ondergrond als gevolg van ongelijkmatige zakking of inklinking (ook wel klink genoemd). Door bevingen of trillingen kunnen deze spanningen zich ontladen waardoor scheurvorming ontstaat (indirecte zettingsschade).
Problemen in de ondergrond kunnen het gevolg zijn van:
1. Natuurlijke klink.
2. Veranderingen van de grondwaterstand.
3. Bevingen met als gevolg:
a. Verplaatsing van grond door horizontale en verticale golfbewegingen.
b. Vervloeiing/verweking (liquefaction) van zand of zanderige grond in de ondiepe ondergrond, al dan niet in combinatie met eventueel aanwezige ondergrondse waterstromen.
Er kan ook sprake zijn van een (elkaar versterkende) combinatie van bovenstaande factoren.
In de toelichting zal ik hier iets meer over vertellen.