zondag 18 september 2016

NAM-Schadeprotocol vergeleken met de CVW-praktijk

dammage-control i.p.v. van inventarisatie, vergoeding en herstel van schade...,

hoe het 't CVW er bewust een potje van maakt.


Wie schade heeft en zich meldt bij het CVW* krijgt een volgens het CVW blijkbaar deskundige schade-expert op z'n dak gestuurd. Vervolgens doet deze 'deskundige' 'schade-expert' een z.g. eerstelijns opname waarbij deze alle schades** inventariseert, daarbij wordt je al vrijwel direct geconfronteerd met het z.g. schadeprotocol en de daaruit voortvloeiende schadeclassificaties A-, B- en C-schades.

A-, B- en C-schades..., een juridisch construct.
De in het 'officiële' Schadeprotocol gedefinieerde A-, B- en C-schades zijn niet meer dan een puur juridisch construct bedoeld om (verdere) aansprakelijkheid van de NAM-c.s. uit te sluiten.
Daarbij is vooral de classificatie B-schade een sluipmoordenaar, een wolf in schaapskleren, maar daarover later meer. Met de classificaties A- danwel C-schade is op zich niet zoveel mis, tenminste als het schadeprotocol netjes zou worden gevolgd. De vraag is dus of dat in de praktijk ook gebeurt; Het antwoord is domweg "...Neen..." in de uitvoering wordt (bewust!!!) een loopje genomen met zowel de letter als de intentie van het 'officiële' schadeprotocol.

Het 'officiële' Schadeprotocol

Er is iets vreemds aan de hand met dat 'officiële' schadeprotocol. 
Ergens diep weggemoffeld op de informatiesites is het volgende nieuwsbericht te vinden:
Het nieuwsbericht van 25 februari 2015 bevat enkele interessante links naar Schadeprotocol en ook het Handboek-Aardbevingsschade, zaken die je vergeefs zult zoeken op de site van het CVW en dat is vreemd.
Met de oprichting van het CVW werd het Schadeprotocol en ook het Handboek-Aardbevingsschade door de NAM aan de nieuwe organisatie 1-op-1 overgedragen, waarbij het CVW (volgens de NAM) de opdracht kreeg wijzigingen bij te houden en te publiceren; Maar blijkbaar heeft het CVW daar lak aan, laat staan dat eventuele wijzigingen netjes op de website worden gepubliceerd. Het lijkt haast wel of het CVW het opgelegde schadeprotocol helemaal niet kent.
In de praktijk hanteren de 'experts' van het CVW blijkbaar een nog verder versimpeld officieus protocol waarbij het doel niet zozeer is schades en oorzaken te inventariseren en te duiden, maar veeleer met het doel zoveel mogelijk ontkennen dat schade überhaupt ook maar iets te maken zouden kunnen hebben met de gevolgen van de gaswinning. Standaard wordt het merendeel van wat volgens menigeen overduidelijke mijnbouwschades zijn afgedaan als 100% niet bevingsgerelateerd en dus geklasseerd als C-schades.
Wie echter navraag doet bij de NAM, de NCG of de Onafhankelijke Raadsman krijgt na enig aandringen te horen dat het 'officiële' Schadeprotocol onverminderd en onveranderd van kracht is en dat het daarmee nog steeds de basis is op grond waarvan het CVW schades moet classificeren. Wel wordt er vermeld dat gewerkt wordt aan een nieuw/verbeterd schadeprotocol maar zolang dat er nog niet is...

Het schadeprotocol en de praktijk
Wie het 'officiële' schadeprotocol grondig bestudeerd ziet al gauw dat dat niet echt overeenkomt met de rudimentaire uitleg die het CVW op haar website publiceert. Verder verwijst het 'officiële' schadeprotocol veelvuldig naar het Handboek-Aardbevingsschade voor nadere uitwerking. 
Zelfs als er op ’t eerste gezicht niet veel verschil zit tussen de gehanteerde definities van A-, B- en C-schades, leidt een nadere beschouwing ervan dat het CVW de zaken niet alleen 'versimpelt', maar dat die versimpeling in veelgevallen zeer ongunstig voor de gedupeerden uitpakt.

A-schades: 
Definitie volgens het 'officiële' Schadeprotocol:
De aangetroffen schade is een direct gevolg van (een) aardbeving(en).
Van A is sprake als de aardbeving heeft geleid tot het ontstaan van de schade. 
Het kan ook gebeuren dat door andere oorzaken spanning in een constructie aanwezig is en dat de aardbeving net het zetje is geweest om de schade (vaak scheurvorming) te laten ontstaan.In dat geval is ook sprake van categorie A. 
De definitie van A-schades in het schadeprotocol wijkt daarmee gevoelig af van wat de het CVW erover vermeldt en (dus) ook de wijze waarop de eerstelijns-experts zaken beoordelen.
Het CVW 'vergeet' gemakshalve dat volgens het 'officiële' schadeprotocol in feite alle schades die ontstaan als gevolg van 'aardbevingen' aangemerkt moeten worden als A-schade...,
dus ook die schades die hun oorzaak vinden zaken als reeds in de constructie aanwezige spanningen die door de beving als het ware het laatste zetje hebben gekregen.
Dat komt het CVW in haar werkwijze goed van pas. 
Zo wordt het eenvoudig dergelijke nieuw ontstane schades (en dus niet reeds door bevingen verergerde bestaande schades) af te doen als niet 'bevingsgerelateerd' en dus onterecht te klasseren als C-schade.

B-schades:
Definitie volgens het 'officiële' Schadeprotocol:
De aangetroffen schade was aanwezig voor de beving én is door een aardbeving verergerd. 
De aangetroffen schade heeft primair een andere oorzaak dan aardbevingen en is bijvoorbeeld in de eerste plaats het gevolg van veroudering van het gebouw, verbouwingswerkzaamheden, bouwactiviteiten in de omgeving, wijzigingen in de grondwaterstand of verkeerstrillingen. 
Een wolf in schaapskleren, de B-schade...;
Op het eerste gezicht lijkt er niet veel aan de hand, erkende B-schades worden immers veelal volledig vergoed...; 
Maar vergis je niet, dat hoeft niet, het aanvaarden van erkende B-schades betekent dat de schade slechts vergoed hoeft te worden voorzover deze door een 'aardbeving' is verergerd, immers de bevingen zouden niet de eigenlijke oorzaak van de schade zijn.
Dat betekent ook dat als een B-schade eenmaal is hersteld deze niet meer terug mag komen...;
Komt de schade toch terug...,
dan is er blijkbaar sprake van ondeugdelijk herstel...
en daarvoor zijn NAM-c.s. dan in principe niet meer aansprakelijk als zij niet (juridisch gezien) de opdrachtgevers/uitvoerders van het ondeugdelijke herstel zijn. Zij (NAM-c.s.) hoeven dan een dergelijke terugkerende schade niet een tweede en zeker geen derde maal te vergoeden, daarvoor moet zijn bij de opdrachtgever of de uitvoerder; M.a.w. de huisbezitter (opdrachtgever) danwel de aannemer (uitvoerder)  voorzover die laatste er een potje van zou hebben gemaakt. Misschien dat de NAM-c.s. nog eenmaal de hand over het (stenen) hart willen strijken, maar niet eeuwig, al te goed is buurmans gek...


C-schades: 
Definitie volgens het 'officiële' Schadeprotocol: 
De aangetroffen schade kan niet in verband worden gebracht met een aardbeving.
De schade is door een beving niet (significant) verergerd. De initiële oorzaak is duidelijk ergens anders in gelegen en komt bijvoorbeeld voort uit één van de onder schade categorie B genoemde oorzaken.
Ook hiermee is iets vreemds aan de hand in het Handboek-Aardbevingsschade staat bij de nadere uitwerking van het begrip C-schade nog iets bijzonders, namelijk (punt 4)
Bij de volgende punten mag eveneens aangenomen worden dat daardoor opgetreden schade geen relatie heeft met een aardbeving of vooralsnog niet optreedt in het gebied:
  • Ondiep gefundeerde woningen, die veel voorkomen in het Groningen-gasveld gebied, zijn zettingsgevoelig. Dit kan ervoor gezorgd hebben dat in een gebouw al scheuren zijn opgetreden. Dit staat los van eventuele invloed van een beving.
  • Als gevolg van gaswinning treedt uniforme bodemdaling over een groot oppervlak op. Doordat de bodem geleidelijk en in een groot gebied daalt, ontstaat hierdoor geen schade aan gebouwen.
  • Grondwaterpeilen worden door het Waterschap aangepast aan de opgetreden bodemdaling. Op grond van huidige inzichten is het uitgangspunt dat door aanpassing van grondwaterpeilen geen schade aan gebouwen te verwachten is.
  • Een aardbeving kan, zeer zelden, verdichting veroorzaken van zand (waardoor bijvoorbeeld verzakking van vloeren op zand optreedt) in ondiepe losgepakte lagen. Dit verschijnsel is tot dusver niet waargenomen.
Maar dat is op z'n zachtst gezegd waanzinnig, een bewijs uit het ongerijmde...;
Enkel en alleen omdat een bepaald fenomeen, dat erkend verantwoordelijk zou kunnen zijn als verklarende oorzaak van bepaalde schades, in 'in het gebied' nog niet eerder zou hebben waargenomen wordt een dergelijk fenomeen als mogelijke oorzaak van schade bij voorbaat uitgesloten.
Los daarvan kun je ook je vraagtekens zetten bij de andere genoemde argumenten; Zelfs als daardoor gebouwen gevoeliger zouden zijn voor het ontstaan van schade, zijn dergelijke schades eerder niet of niet in de mate opgetreden als sinds de gaswinning het geval is. Daarmee lijkt het veelvuldiger en versterkt optreden van schades op basis van genoemde gronden wel degelijk een oorzakelijk verband te vertonen met de gevolgen van de gaswinning.

Juridisch zou dat moeten betekenen dat...
... als dergelijke al te verwachten schades bij het ontplooien van mijnbouwactiviteiten opeens merkbaar versterkt optreden dat dan de mijnbouwer verwijtbaar onvoldoende voorzorg heeft betracht bij het winnen om schade te voorkomen. Als je al weet dat de bebouwingstoestand aanleiding kan geven tot het versterkt optreden van bepaalde schades kan van de mijnbouwer worden verwacht ofwel voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen dat dergelijke schades niet versterkt kunnen optreden (vooraf bouwkundig versterken danwel uitkopen en slopen en zeer voorzichtig winnen) danwel gewoon niet winnen totdat e.e.a. wel verantwoord kan en is.
Treden de schades toch (versterkt) op dan moet de mijnbouwer gewoon vergoeden.
A-, B-, C-schades tabellarisch vergeleken tussen Handboek, Schadeprotocol, CVW-site en taxatierapporten 

Worden we met z'n allen genept...,
genept door de wijze waarop het CVW schades inventariseert en erkent?

Wie de huidige werkwijze van het CVW vergelijkt met de werkwijze die men volgens het 'eigen' NAM-protocol geacht wordt te volgen, kan niet anders dan oordelen dat CVW (en daarmee de NAM) bewust proberen een loopje te neemt met de eigen regels.
Daarbij komt dat naast de eigen eerstelijns-experts ook de contra-experts gebreideld*** worden in hun handelen en hun 'onafhankelijk' oordeel. Door bovendien stelselmatig bodemonderzoek te plekke te weigeren wordt het 'deskundig' oordeel van de experts tot niet meer dan een farce. Voorgestelde herstelwijzen zijn niet meer dan cosmetisch van aard en dragen niet of nauwelijks bij aan de veiligheid en waardebehoud van het (op de eigen gezondheid na) kostbaarste bezit van de meeste gedupeerden, hun eigen veilige huis en haard.

In de praktijk worden A-schades afgedaan als C-schades en proberen 'goedwillende' contra-experts met veel moeite C-schades (onterecht) op te waarderen tot B-schades in plaats van deze naar behoren te (kunnen/mogen) klasseren als A-schades.
Zodoende creëren veel contra-experts onbedoeld een schot voor open doel voor waar het CVW steeds dankbaar gebruik van zal maken; Immers B-schades zijn reeds aanwezige schades die als gevolg van bevingen significant verergerd zijn, het zijn dus nooit nieuwe optredende schades. Nieuwe schades zijn ofwel A-schades (=> bevingsgerelateerd), danwel C-schades (=> niet bevingsgerelateerd)

Zo worden de gedupeerden bewust genept doordat bijna alles van wat volgens het 'officiële' protocol gewoon als A-schade zou moeten worden aangemerkt in de praktijk tot C-schade kan worden gebombardeerd; n dat allemaal als gevolg van (bewust) gebrekkige communicatie middels het op de website (CVW) het verwijtbaar weglaten van de misschien wel meest de essentiële zinnetjes uit het officiële schadeprotocol.

Verwijtbaar verzuim van de (voor)zorgplicht van Overheid en mijnbouwer...

De zorgplicht en voorzorgplicht van de mijnbouwer gaan verder dan het enkel erkennen en vergoeden van schade. Waar mogelijk dient de mijnbouwer voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen om schade te voorkomen. Neemt hij die voorzorg niet dan zou hij niet mogen winnen. Treedt ondanks redelijkerwijs genomen voorzorg toch schade op dan dient deze (ruimhartig) te worden vergoed. 
Wie de gang van zaken rond de gaswinning en mijnbouwschades dientengevolge afzet tegen de wettelijke (voor)zorgplicht van zowel de Overheid als de Mijnbouwer kan niet anders dan oordelen dat beide partijen daarin tekort hebben geschoten en blijven schieten.
Er is onvoldoende voorzorg geweest schade te voorkomen en optredende schade wordt door de Mijnbouwer met alle middelen bestreden zonder dat de Overheid de Mijnbouwer werkelijk op z'n plichten wijst. 

Voetnoten:

of (≤jan 2015) in plaats het CVW rechtstreeks bij de betreffende schadeafdeling van de NAM 

** alle schadestenminste voorzover de door de gedupeerde zelf aangewezen schades niet gewoon volledig worden genegeerd

*** ben je het niet eens met de bevindingen van de eerstelijnsinspectie van/via ’t CVW heeft recht op een contraexpertise uitgevoerd door een (zogenaamd) onafhankelijke contra-expert. ’t CVW doet daar ogenschijnlijk niet al te moeilijk over, biedt op voorhand aan de kosten (grotendeels) te vergoeden. Wel stelt men dan bepaalde eisen aan een dergelijke 'onafhankelijk’ contraexpertise. De vrij te kiezen contra-expert (je kan ook het CVW vragen er één te bemiddelen) krijgt dan maximaal een vooraf bepaald/beperkt aantal uren vergoed. Daarnaast dient hij zich te schikken in het te volgen protocol en zich in principe te baseren/confirmeren op het Handboek Aardbevingschade van de NAM. Vervolgens mag de 'onafhankelijke’ contra-expert in principe slechts de in het eerstelijnsprapport opgevoerde schades onderzoeken en beoordelen en dus eigenlijk geen eerder genegeerde schades alsnog meenemen in zijn eigen rapportage. Als klap op de vuurpijl blijkt het CVW er bij de 'onafhankelijke' contra-experts op aan te dringen niets te veranderen in de eerder in het eerstelijnsrapport toegekende classificaties van schades, dus is het de contraexpert niet of slechts zeer beperkt toegestaan C- of B-schade op te waarderen naar een 'hogere' meer bevingsgerelateerde schade-klasse. Daarmee wordt de contra-expert zodag in zijn handel gebreideld dat van zijn onafhankelijkheid weinig overblijft, de contraexpertise is daarmee verworden tot een farce.

2 opmerkingen: